Via de informatie op deze website houden we u op de hoogte van ontwikkelingen. Dat kan de zoutwinning zelf betreffen, zorgen in de samenleving, nieuwe wetenschappelijke inzichten, politieke ontwikkelingen en alles wat daarmee samenhangt. Hieronder kunt u dat allemaal nalezen. De meest actuele berichten staan bovenaan.
Wilt u méér weten? Bekijk dan de Documenten op deze website, zie bij Veelgestelde vragen of stuur ons een mail. Wij doen ons best u zo goed en snel mogelijk te antwoorden.
De Harlinger Courant deed op haar voorpagina van 22 november uitgebreid verslag van de voorlichtingsavond.
Het hele verhaal van die avond is als pdf hier te lezen.
Hieronder staan alle vragen op een rij die op de informatieavond in Milûk zijn gesteld. De meeste werden tijdens de avond direct beantwoord, andere vindt u terug onder 'veelgestelde vragen'.
1. Hoe zinvol is het aanvullend meetnet nu de overheid het niet erkent?
2. Hoe diep worden de metingen gedaan?
3. Waar staan de meters in de huizen?
4. Kan de gemeten bodembeweging niet door zwaar verkeer zijn veroorzaakt?
5. Hoe hoog en laag zijn de pieken van de bewegingen in de kelders?
6. Zou je niet hogere pieken meten als je frequenter of preciezer zou meten?
7. In welke richting zakte de meter in de Fabrieksstraat?
8. Kunnen de pieken in de metingen worden veroorzaakte door bommen op Vlieland?
9. Kunnen de pieken in de metingen worden veroorzaakt door zwaar vuurwerk?
10. Hoe groot is de bodemdaling ter plekke van de caverne?
11. Hoeveel bodemdaling onder Harlingen geeft de winning uit twee cavernes tegelijk?
12. Tot hoe ver gaat de bodemdaling onder Harlingen reiken?
13. Vloeit de bodemdaling onder Barradeel samen met die onder Harlingen?
14. Wat doet de zoutwinning met de Waddennatuur?
15. Waarom is de Waddenvereniging ongerust als er, zoals beweerd, geen effecten zijn?
16. Hoe staat Frisia ten opzichte van de Waddenvereniging?
17. Vindt er inderdaad zandsuppletie plaats van boven Vlieland?
18. Zijn de cijfers van de zandsuppleties openbaar beschikbaar?
19. Is samenwerking met Ecomare mogelijk, nu er geen contact is met de Waddenvereniging?
20. Worden de ervaring en schade van Wijnaldum meegenomen bij het te maken toetsingskader?
21. In Harlingen wordt ook naar andere schade gekeken dan zoutwinning, waarom in Wijnaldum niet?
22. Voelt Frisia zich verantwoordelijk voor de bodemdaling bij Wijnaldum?
23. Is het niet wat laat om nu nog, na de start van de winning, een toetsingskader te ontwikkelen?
24. Hoe gaat Frisia er mee om als er toch schade ontstaat?
25. Waarom geen schadefonds vormen, als Frisia zo zeker weet dat er geen schade gaat ontstaan?
26. Wil Frisia een schadefonds op basis van omgekeerde bewijslast accepteren?
27. Wie bepaalt de grenswaarde voor het toewijzen van schade aan de zoutwinning?
28. Wat is de rol van de vergunningverlener?
29. Had Frisia zélf al niet rekening kunnen houden met consequenties voor de stad?
30. Kan worden toegezegd dat het onderzoek met de drones wordt herhaald, ter vergelijking?
31. Klopt het dat de nieuwe bodemdalingscirkel onder de dijk doorloopt?
32. Maakt Frisia pekelwater met zoet of zout water?
33. Haalt Frisia zoet water uit het Van Harinxmakanaal?
34. Onttrekt Frisia ook water uit de bodem en zo ja, waar en hoeveel?
35. Kan Frisia schade wel betalen, als het er op aan komt; is hier een zekerheidsstelling voor mogelijk?
36. Wie betaalt de schade aan de zeedijk?
37. Wat is de invloed van het gebruikte zoete water op de Waddenzee?
38. Is de zoutwinning geen risico voor de status van de Waddenzee als Werelderfgoed?
39. Wil Esco verklaren dat zij aansprakelijkheid aanvaardt voor schade door de zoutwinning?
40. Is Frisia bereid inwoners hetzelfde te behandelen als het Wetterskip Fryslân?
41. Wordt gemeten hoe door de zoutwinning spanning in de bodem wordt opgebouwd?
42. Is bekend in hoeverre bij deze zoutwinning breuklijnen een rol kunnen spelen?
43. Waarom wel metingen van scheefstand, maar geen metingen van daling van huizen?
44. Wat gaat er in de toekomst gebeuren, hoeveel zout wordt er uiteindelijk gewonnen?
45. Kennelijk is er te weinig geld voor herhaalde dronemetingen, kan Frisia dat niet faciliteren?
46. Waar gaat de opbrengst van het zout heen; kan er geen omgevingsfonds worden gevormd?
47. Waarom gaat er geen percentage van de opbrengsten rechtstreeks in een schadefonds?
48. Kan er tijdig genoeg worden geanticipeerd op het zakken van de zeedijk?
49. Kan de grens van de zoutwinning niet verder buiten de zeedijk worden gelegd?
50. Klopt het dat particulieren geen aanspraak kunnen maken? (op schadevergoeding?)
51. Hoeveel cavernes gaan er komen?
52. Wint Frisia ook magnesiumzout?
53. Waar komt de tweede caverne te liggen?
54. Kunnen meerdere cavernes elkaar onderling beïnvloeden?
55. Wat is de afstand tussen de verschillende cavernes?
56. Is het zout van de Aldi afkomstig van onder de Waddenzee?
57. Staat een lege caverne vol met zout water?
58. Wat is het gevaar op imploderen van een caverne, zoals bij BAS 3 is gebeurd?
59. Is er een overview van het putontwerp voor de tweede caverne beschikbaar?
60. Betreft de zoutwinning door Frisia squeeze mining of solution mining?
61. Wat zijn de surface drukken in productie en met de put ingesloten?
62. Hoe dik is het zoutdak van de huidige caverne en wat is hiervoor het plan voor de nieuwe caverne?
63. Wat is het plan voor de uiteindelijke afsluitpluggen?
64. Wat is de verwachting voor het 'dichtlopen' van de cavernes nadat de productie is gestopt?
Op grond van haar vergunning mag Frisia Zout maximaal 4 cavernes aanleggen om zout op de Waddenzee te winnen. De eerste caverne is nu enkele jaren in gebruik en levert een stabiele productie. In 2021 werd er 2.622.277 m3 zout gewonnen, in 2022 3.192.898,58 m3, in 2023 3.409.111 m3 en tot en met augustus 2024 nog eens 2.275.680 m3. Naar verwachting komt de productie over dit gehele kalenderjaar dus op eenzelfde niveau uit als vorige jaren.
In totaal mag Frisia Zout gedurende de concessieperiode 30 miljoen kubieke meter zout winnen. Daarom gaat het bedrijf nu een tweede caverne vormen. Dat betreft HM-01 (Havenmond-01), de caverne in het hart van de eerder gepubliceerde kaartjes met bodemdalingscirkels. Het heeft lang geduurd voor er een boortoren beschikbaar was om een nieuwe weg naar de zoutlaag te boren, maar naar verwachting kan nu in december 2024 met boren worden gestart.
Omroep Zilt zond rond de informatieavond van 19 november een speciale aflevering uit van het radioprogramma 'Afslag Harlingen'. Vandaag publiceerde de omroep op haar website ook een uitgebreid verslag van de avond. Lees die reportage hier. Binnenkort is onder het kopje 'Audio en video' ook een registratie van de avond te vinden, zodat iedereen die dat wil de presentaties en discussies alsnog kan volgen.
Sinds 2021 is het ‘aanvullend meetnet’ van Pilot Harlingen in bedrijf. Op 7 februari en 9 oktober van dit jaar registreerde het meetnet twee plotselinge bewegingen in de diepe ondergrond bij de Fabrieksstraat waarvoor nog geen verklaring is.
De Pilot Harlingen doet nu een beroep op de inwoners van de Friese Havenstad om mee te denken wat er in die periode in de omgeving van de Fabrieksstraat gebeurd kan zijn. Informatie van inwoners kan helpen de meetafwijkingen te begrijpen.
In Harlingen wordt met het Aanvullend meetnet van Pilot Harlingen, continu gemeten hoe de diepe ondergrond zich gedraagt. Daarbij is er vooral aandacht voor bodemdaling én scheefstand (tilt). Hiervoor zijn verschillende meetinstrumenten geïnstalleerd. Bij de Nieuwe Vissershaven en de Fabrieksstraat registreren de instrumenten de ‘diepe tilt’, dat wil zeggen de beweging in de diepere ondergrond.
Normaal gesproken laten de meetinstrumenten aan de Fabrieksstraat en de Nieuwe Vissershaven enkel dezelfde getijdenbewegingen zien. Dat geeft aan dat beide meetpunten naar behoren werken.
Bij de Fabrieksstraat wordt die regelmaat op 7 februari 2024 en 9 oktober 2024 doorbroken. Dan registreert het meetnet onverwachte veranderingen. Kort na deze afwijkingen kwam het meetinstrument weer terug in de oude stabiele positie. Dat duidt op een zeer lokale beweging.
Omdat de Pilot met de huidige gegevens niet kan achterhalen wat er op die dagen gebeurd kan zijn, vraagt het de inwoners van Harlingen om hulp. Zijn er op die dagen misschien werkzaamheden, zware trillingen of andere opvallende activiteiten geweest in de buurt van de Fabrieksstraat?
Informatie van bewoners kan helpen om de meetafwijkingen te begrijpen. Via info@pilotharlingen.nl kunnen mensen hun waarnemingen delen.
Bodendaling én scheefstand door zoutwinning onder de Waddenzee zijn bij de Harlinger kust nu nog niet te meten. Het zal nog heel wat jaren duren voor de meetinstrumenten bij de Nieuwe Vissershaven de gevolgen van zoutwinning voor het eerst kunnen registreren.
Het is guur in Harlingen wanneer stadsgids Anneke Visser aan haar rondleiding door de havenstad begint. In een uur tijd neemt ze haar gasten mee door stegen en straten, en langs havens en grachten. ‘In 1931 was de Friese havenstad nog de stad met de grootste bevolkingsdichtheid van ons land’, vertelt ze wanneer ze door de nauwe Zoutstraat met nieuwbouw wandelt.
Overal in Visser haar ‘Stadsje’ blijken aanknopingspunten te liggen voor andere anekdotes en verhalen, vandaag gaat het echter over zout.
‘Waar de Harlinger zoutwinner van nu - Frisia Zout bv - het zout wint in diepe bodemlagen voor de kust, voerden handelsschepen in de 16e eeuw al zout aan uit Zuid-Europa. ‘Klipzout’ uit zoutmijnen in Frankrijk, en zeezout uit Spanje en Portugal waar de bevolking het water in ondiepe poelen liet verdampen’, vertelt Visser.
‘In 1595 waren er zelfs zoveel zoutziederijen met kookpotten voor het droogkoken van zout, dat het stadsbestuur besloot geen nieuwe bedrijven meer toe te laten.’
De schepen die het zout aanvoerden brachten het door de verschillende grachten diep de stad in. ‘Nu vraagt dat het nodige van het voorstellingsvermogen want tal van grachten zijn verdwenen. De Lanen bijvoorbeeld, die al in 1835 als eerste gedempt is. De grachten waren ideaal voor transport, maar ook een open riool en het was zo vies dat het gezondheidsrisico’s met zich meebracht.’
Ook de William Boothstraat (voorheen de Westerkeetstraat) had tot 1952 een gracht, een verlenging van de Zoutsloot. Vooral auto’s, amsterdammertjes en bomen bepalen er nu het beeld. Het zout dat hier en aan andere kades werd uitgeladen, was voor dagelijks gebruik nog niet geschikt. Daarvoor moest het eerst bewerkt worden. Dat gebeurde in zoutketen (schuren en pakhuizen).
De omstandigheden in de zoutketen waren slecht. Het werk was zwaar. In de keten was het warm en vochtig. Ongetwijfeld hing er ook rook van het vuur onder de grote ketels waarin het zout dat in water werd opgelost weer langzaam werd droog gekookt. Bovenop bleef gekristalliseerd zout – keukenzout – achter. Op de bodem van de ketel zette zich ‘keetspek’ of kalkzout af. Het zout hing zelfs in lange slierten aan de balken.
Vrouwen die in de 17e in de keten werkten, woonden er ook. Aan hen was het om het keukenzout in zakken te scheppen en het kalkzout uit de ketels los te bikken.
Tussen het Noordijs en de Engelse tuin was er ooit een concentratie aan zoutziederijen. De Oosterkeetstraat ontleent er nog steeds zijn naam aan. Wie hier echter nog iets van die geschiedenis hoopt aan te treffen komt bedrogen uit. Behalve de naam is er niets meer.
Zoals ook de naam van de Westerkeetstraat uit de stad verdwenen is, verloren meer straten hun oude benaming. Kende iedereen ooit de Achterzoutsloot of Korte Zoutsloot, nu noemt iedereen de straat Scheffersplein. En ook bij de Ooievaarssteeg denken nog slechts weinigen aan de oude naam, de Zoutsteeg.
‘Hier in de Ooievaarssteeg stonden vroeger allemaal kleine huisjes waarin grote gezinnen woonden en nauwelijks daglicht binnen kwam’, vertelt Visser. ‘In de jaren dat ik opgroeide was het geen fijne buurt. Op veel pandjes waren bordjes “onbewoonbaar verklaarde woning” gespijkerd. Wanneer ik hier langs moest dan jaagde ik er op mijn fiets langs.’
Was Harlingen in de zeventiende eeuw een stad van aanzien en glorie, geleidelijk aan verloor ze aan belang. Het achterland was te klein, de haven niet groot genoeg, de aanvoerlijn over de Waddenzee te ondiep, de concurrentie steeds sterker. Tegelijk verloor ook de zoutnijverheid aan betekenis om alleen aan het eind van de 19e eeuw weer even op te leven wanneer nieuwe bedrijfsprocessen de behoefte aan zout aanwakkeren. Zoals in de zuivelindustrie, huidenzouterijen en darmenzouterijen zoals Roorda de bekende leer- en zeemleerfabriek.
‘Die uitbreiding ging niet altijd meer zonder slag of stoot. In 1897 vreesden de notabelen van een kerkgenootschap dat de nieuwe bedrijfsactiviteiten de zondagsrust zouden kunnen gaan verstoren. Ze tekenden dan ook beroep aan tegen de vergunning.’
Zorg om de arbeiders was daarbij nog niet aan de orde. Ype de Jong - in die tijd stoker bij de zoutkeet van Tjallingii – ondervond het aan den lijve. De Jong moest zeven dagen per week zorg dragen voor zijn ketel. De ene week werkte hij ’s nachts, de andere week overdag. Het vuur mocht niet doven. Eten werd hem door zijn kinderen op het werk gebracht. Zelfs een aantal uren verlof om aanwezig te kunnen zijn bij de begrafenis van zijn vader was niet vanzelfsprekend. ‘Eerst de kerk en dan nog naar de begraafplaats om hem onder de grond te krijgen, dat zal gauw twee of drie uren duren’, aldus Tjallingii. ‘Nou vooruit dan maar, maar het moet niet vaker voorkomen.’
In de eerste helft van de twintigste eeuw verdwijnen de zoutbranders uit Harlingen. Bakker Miedema (nu bakkerij Overzet) koopt een pand aan de Zoutstraat om er zijn bakkerij te vestigen. Dit gebeurt wel onder voorwaarde dat er nooit meer een zoutziederij in het gebouw gevestigd mag worden. Daarna blijven er nog twee bedrijven over. Firma Sjoerd Hannema is er een van. Hannema is grootaandeelhouder bij Akzo en krijgt zijn zout in 1924 voor het eerst per treinwagon geleverd uit Hengelo. De zoutindustrie maakt dan langzamerhand plaats voor zouthandel.
Het tweede bedrijf Fontein/Tjallingii verkoopt zijn gebouwen, inclusief een groot terrein waar ze zoutzakken te drogen hebben die daarvoor in het Franekereind zijn schoongespoeld.
‘Ik herinner me nog dat voor het station allemaal jutezakken te drogen hingen.’
Nu het zo grijs en koud is, is de Zoutsloot niet op zijn fraaist. Bij zonnige dagen en de bomen in blad is het nu echter een van de fraaiste straatjes van de stad. De huizen zijn hier flink aan de prijs. Hoe anders was dat vroeger. In de tijd van de zoutketen was het voor de arbeiders hard werken voor weinig. En in de jaren zestig van de vorige eeuw - toen de zoutbranders hier al lang verdwenen waren - was het armoe troef. Het was aan Hein Buisman te danken dat het grachtje er nu zo bij ligt. Hij kocht hier de eerste pandjes om ze op te knappen tot wat ze nu zijn. Vele tientallen monumentale huizen en huisjes in de stad werden daarna door de stichting met zijn naam doorgegeven aan onze tijd. En zo kunnen we nu nog even gniffelen bij de chambre secrète tussen Zoutsloot 85 en 87, een heimelijk gemak voor wie in hoge nood was.
Wanneer we vanaf de Zoutsloot via de Bildtstraat en Biltseweg op de Oude Ringmuur komen, zien we in de verte - achter het parkeerterrein van Doeksen - de enorme hal van Frisia Zout liggen. De enige zoutwinner die Harlingen nu weer rijk is heeft een ‘zoutkeet’ waarvan de Ouwe Seunen uit vorige eeuwen zich geen voorstelling van hadden kunnen maken.
In opdracht van Pilot Harlingen voert Antea Group metingen uit om te registreren of de zoutwinning onder de Waddenzee ook gevolgen heeft voor gebouwen in Harlingen. In juli 2024 presenteerde Antea het ‘Jaarverslag 2023 Aanvullend Meetnet Harlingen’. Opzienbarende conclusies meldt het eerste jaarverslag van het Meetnet niet. Zoals verwacht zijn de gevolgen van bodemdaling door zoutwinning op dit moment nog niet in de stad te meten. Het jaarverslag meldt hierover dat ‘de 2 centimeter bodemdalingscirkel niet of nauwelijks dichterbij de kust is gekomen. Voor de metingen in Harlingen betekent dit dat de gevolgen van de zoutwinning de meters van het Aanvullend Meetnet later zullen bereiken’. De eerste vijf jaar dat het Aanvullend Meetnet operationeel is, dient dan ook vooral om de nul-situatie in kaart te brengen.
Het belangrijkste wapenfeit dat het jaarverslag vermeldt is dat alle modems van de meetapparatuur vervangen zijn. Dit omdat de dekking van het mobiele netwerk ‘niet altijd sterk genoeg is voor een volledige verzending van de data’. Met nieuwe modems is de ontvangst gestegen naar 96 procent, voldoende om het dataprobleem op te lossen.
Registratie van bewegende huizen in Harlingen tot de aardbeving in Turkije
De meetapparatuur van het Aanvullend meetnet is buitengewoon nauwkeurig. Zo toonden de meetgegevens de zwaartekracht van het getijde, trillingen van voorbijrijdende vrachtwagens, alsook de aardbeving in Turkije in februari 2023.
Met de meetgegevens van tiltmeters in twee historische panden wordt bijvoorbeeld zichtbaar hoe beide huizen – net als de rest van de stad – voortdurend uiterst minimaal in beweging zijn. Er zijn op dit moment nog te weinig data beschikbaar om hier de oorzaak van te kunnen bepalen.
Meten van bodemdaling
Frisia Zout B.V. wint sinds begin september 2020 zout onder de Waddenzee voor de kust van Harlingen. Door zout te winnen daalt de bodem. In hoeverre de bodem daalt wordt op het wad en ook onder de stad gemeten.
Voor de metingen op het wad is in 2018 het Meet- en monitoringsprogramma ingericht. Dit meetnet is onderdeel de van winningsvergunning.
Voor de metingen onder de stad is een Aanvullend Meetnet ingericht dat sinds het tweede kwartaal van 2022 data verzamelt. Het Aanvullend Meetnet bestaat uit tiltmeters, versnellingsmeters en peilbuizen voor het grondwaterpeil. De meest belangrijke meting is de meting van de scheefstand, de tilt.
Het door Holland Innovation Team gemaakte ontwerpplan voor het meetnet hanteert een maximale scheefstand van 20 mm over 10 meter voor schade aan gebouwen, oftewel 2.000 microradialen als kritische grenswaarde. De bodemdaling door zoutwinning mag deze grenswaarde niet bereiken.
De grootst gemeten natuurlijke beweging in de panden bedroeg afgerond 80 microradialen mogelijk als gevolg van het getijde in de haven en het diepe grondwater. Er is meer tijd en studie nog om hier met zekerheid iets over te kunnen zeggen.
Persbericht 4 september 2024
Jaarverslag Aanvullend Meetnet 2023
Met een ontwerpbesluit gaf Minister Hermans van Klimaat en Groene Groei deze week Frisia Zout toestemming voor een tweede boring onder de Waddenzee. De nieuwe boring past binnen de al eerder vergunde hoeveelheid te winnen zout. Frisia wil in november vanaf het eigen bedrijfsterrein aan de Lange Lijnbaan in Harlingen met het werk beginnen.
Het had wat voeten in aarde voordat er een besluit genomen werd. Al in september 2023 diende Frisia een aanvraag in voor de nieuwe boring. Om de minister tot een besluit te dwingen stapte Frisia zelfs naar de rechter en werd in het gelijk gesteld.
Tot 2 oktober 2024 kan het ontwerpbesluit nog worden aangevochten.
Frisia Zout heeft voor november de boortoren al gereserveerd. Het bedrijf kiest voor een elektrische boring om uitstoot van stikstof te voorkomen.
Een link naar het ontwerpbesluit van 21 augustus 2024 vindt je hier.
Donderdag 11 april bracht een delegatie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat een bezoek aan Harlingen. Daar is zij door de samenwerkingspartners in Pilot Harlingen uitgebreid geïnformeerd over het ‘aanvullend meetnet’ in de binnenstad. Dit meetnet - dat sinds 2022 operationeel is - is een aanvulling op het Meet- en monitoringprogramma dat Frisia op de Waddenzee uitvoert.
Doel van de bespreking was om samen na te gaan of:
De bijeenkomst is door zowel de delegatie van het ministerie als door de aanwezige participanten van Pilot Harlingen als zeer nuttig ervaren, en reden om op de ingeslagen weg door te gaan. Daarbij zal het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat nauw betrokken worden bij het verder uitwerken van het toetsingskader op basis van omgekeerde bewijslast.
De afvaardiging van het ministerie sprak ook uit dat ze het op dit moment volledig eens is met de 4 doelstellingen.
[Tijdens de bijeenkomst van 11 april is deze PowerPoint over de huidige stand van zaken gepresenteerd.]
In een artikel in de Harlinger Courant van 12 april maakt de Wijnaldumse Aukje Jongsma zich kwaad over de Pilot Harlingen. "Harlingen ligt buiten het bodemdalingsgebied van de zoutwinning, maar daar zijn meters geplaatst. Ik woon vlakbij de zeedijk, dichter bij de zoutwinput en hier wordt niet gemeten. En ik ben al tien centimeter gezakt." In 2021 bracht voorzitter Rinze Post van de Stichting Winamer belang hetzelfde punt al eens naar voren.
Mevrouw Jongsma deed haar uitspraken in het kader van een werkbezoek van Provinciale Staten aan het dorp. De Statenleden oriënteerden zich op de effecten van gas- en zoutwinning.
Dat Harlingen buiten het bodemdalingsgebied van de zoutwinning ligt is overigens onjuist. In de haven wordt 2 cm bodemdaling verwacht, wat betekent dat zich verder onder de stad een geringere bodemdaling zal uitstrekken. Naarmate die zich verder van de cavernes onder de Waddenzee beweegt, zal de daling steeds verder afnemen tot uiteindelijk nul. Op grond van internationaal geaccepteerde normen verwacht Frisia Zout dat door deze geringe daling geen schade aan de bebouwing in de stad kan ontstaan.
Een brede afvaardiging van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat laat zich 11 april bij Frisia Zout informeren over het Aanvullend Meetnet. De ondergrondse metingen lopen inmiddels geruime tijd onder supervisie van een werkgroep van de Pilot Harlingen. Als uitvoerend bureau zullen medewerkers van de Antea Group toelichten hoe het meetnet is opgezet en welke resultaten naar voren komen.
De metingen zijn ruim voor de start van de zoutwinning op de Waddenzee van start gegaan om de nulsituatie van de bodem onder de stad gedetailleerd in beeld te krijgen. Met het verstrijken van de tijd wordt steeds duidelijker hoe bijvoorbeeld eb en vloed bewegingen in de ondergrond beïnvloeden. Daarmee kan steeds preciezer worden bepaald welke effecten wel of juist niet aan de zoutwinning zijn te relateren.
De bijeenkomst moet input leveren voor het ontwikkelen van een toetsingskader waarmee eventuele schade als gevolg van zoutwinning direct en snel in Harlingen zelf kan worden afgehandeld.
Medewerkers van EZK laten zich komende maand informeren over de Harlinger nulmetingen. Het Aanvullend meetnet in Harlingen is het ondergrondse deel daarvan. Dat meetnet omvat 14 meetpunten in de binnenstad, die in samenhang een oorzakelijk verband tussen de zoutwinning en eventuele schade moeten kunnen aantonen.
De werkgroep Aanvullend meetnet van de Pilot Harlingen heeft tot taak het meetnet te vervolmaken en zo nodig aan te passen. In de werkgroep zijn alle partijen van de Pilot vertegenwoordigd. Een ruime afvaardiging van het ministerie van EZK komt nu naar Harlingen om geïnformeerd te worden over de voortgang en de resultaten van de Harlinger nulmetingen. De presentatie die wordt gegeven zal daarna ook op deze site te vinden zijn.
Een recent rapport over de zeespiegelstijging stelt dat deze stijging sneller gaat dan tot nu toe werd gedacht. Mogelijk heeft dat gevolgen voor de huidige delfstoffenwinning in de Waddenzee. Die mag namelijk maar een beperkte bodemdaling veroorzaken, zodat nieuwe zandaanvoer de wadbodem 'op hoogte' kan houden. Dit is cruciaal voor wadvogels, die droogvallende wadplaten nodig hebben om te fourageren.
Nu blijkt dat de zeespiegel sneller stijgt wordt de zogeheten 'gebruiksruimte' voor mijnbouwmaatschappijen mogelijk kleiner. Om die reden wil staatssecretaris Vijlbrief (Mijnbouw) de NAM voorlopig geen toestemming geven vanuit Ternaard gas te gaan winnen onder de Waddenzee. Vijlbrief baseert zich op een advies van toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen. De NAM krijgt wel gelegenheid aanvullende gegevens aan te leveren om aan te tonen dat de winning geen nadelige gevolgen heeft voor de Waddenzee.
Net als de gaswinning volgt de zoutwinning het ‘hand aan de kraan’-principe om natuurlijke schade te voorkomen. Er wordt daarbij vastgesteld hoeveel gas of zout er gewonnen kan worden zodat bodemdaling binnen de natuurlijke grenzen blijft. Wanneer deze zogenaamde 'gebruiksruimte' wordt aangepast moeten de operators in het waddengebied automatisch voldoen aan de ruimte in dit nieuwe besluit en hun winning daar zo nodig mee in overeenstemming brengen, stelt de Rijksoverheid in een nieuwsbericht.
Als toezichthouder op de mijnbouw in Nederland publiceert het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) elk jaar een jaarplan. Het zojuist verschenen document over 2024 besteedt vooral aandacht aan opslag van stoffen in ondergrondse zoutcavernes.
"Het speelveld rondom de Nederlandse zoutsector is aan het veranderen. Door de versnelling van de energietransitie ontstaan er nieuwe marktpartijen die zich bezighouden met opslag van energie in zoutcavernes, in de vorm van samengedrukte lucht of waterstof. In 2024 zijn de zoutproductiebedrijven in Nederland van plan om nieuwe productielocaties te ontwikkelen en bestaande locaties uit te breiden. Bedrijven leggen meer dan voorheen nadruk op duurzame winning en nazorg. SodM houdt er toezicht op dat oude cavernes goed worden afgesloten en nieuwe alleen worden toegestaan indien deze ook veilig, dus met acceptabele effecten kunnen worden achtergelaten als zij niet meer nodig zijn. Tegelijkertijd zien we erop toe dat bedrijven vaart zetten achter het afsluiten van uitgeproduceerde cavernes."
Het Staatstoezicht schrijft verder dat bedrijven die zoutcavernes willen gebruiken voor de opslag van energie hun ideeën in 2024 verder zullen ontwikkelen en vormgeven. Om die reden wil de toezichthouder in 2024 zelf ook meer kennis opdoen over het gedrag van cavernesystemen en de langetermijneffecten van opslag in zoutcavernes. Naar het zich laat aanzien zal onder de Waddenzee geen sprake kunnen zijn van opslag, vanwege de diepe ligging van de cavernes.
Op 13 september stelde het Werelderfgoedcomité van Unesco de 'Staat van Bescherming' voor de Trilaterale Waddenzee vast. Specifiek over de zoutwinning deed Unesco de volgende aanbeveling: "Requests the State Party of the Netherlands not to approve further extractive projects, in line with the precautionary principle, to assess whether adaptation of the «hand on tap» monitoring mechanism is required to account for uncertainties linked to climate change, and to consider limiting or halting existing salt extraction activities, as required, to effectively maintain and protect the Outstanding Universal Value."
In een brief schrijft minister Ch. van der Wal dat het mijnbouwbeleid rondom de Waddenzee ongewijzigd blijft en dat er geen nieuwe winningsvergunningen meer zullen worden verleend voor gas- en zoutwinning onder de Waddenzee. In dat kader is al een wijziging van het Mijnbouwbesluit in gang gezet, schrijft de minister, om het Waddengebied "uit te sluiten van nieuwe opsporing en winning van delfstoffen of van uitbreiding of verlenging van bestaande opsporing en winning."
Op vijf locaties in Harlingen worden voor het aanvullend meetnet data verzameld. Deze data worden met modems voortdurend doorgezonden naar een server waar ze worden opgeslagen en verzameld.
In het tweede kwartaal van 2023 bleken een aantal van de modems de G3 signalen slecht op te pikken. Gegevens werden onvoldoende doorgezonden. Met name de meetpunten Zoutsloot en Rommelhaven presteerden zeer slecht.
Aan het eind van het tweede en het begin van het derde kwartaal van 2023 zijn deze modems vervangen. Daardoor komen meetgegevens nu beter binnen. Voor het vierde kwartaal is de verwachting dat alle meetpunten hun data naar behoren doorzenden.
Gestreefd wordt naar een gemiddelde prestatie van 96% data-ontvangst. Vanwege periodiek onderhoud aan de server is dat en geen 100%, de maximaal haalbare prestatie.
Het meetnet op de Waddenzee telt verschillende meetpunten. Sommige ervan zijn ingericht voor jaarlijkse metingen, twee andere zijn ingericht voor continue-metingen. Dit betreft diep gefundeerde palen met GPS. In de meetresultaten bleken de signalen 'rare dips' te vertonen, onverklaarbare ruis. De dips deden zich enkel gedurende daglicht voor en niet gelijktijdig op de twee meetpunten.
Het antwoord op de brandende vraag kwam toen een medewerker zag dat een aalscholver de antenne van de GPS minutenlang gebruikten om uit te rusten. Door het tijdstip van die waarneming te vergelijken met de data was de verklaring voor de dips daar.
Inmiddels zitten er punten op de antenne waardoor vogels deze niet meer als rustplaats gebruiken.
Het geld dat eerder in een schadefonds was gestort voor zoutwinning onder land kan zo nodig worden ingezet voor schadevergoedingen in Harlingen. Dat berichtte de Leeuwarder Courant gisteren in een interview met directeur Bart Hendriks van Frisia Zout.
Het zoutwinbedrijf verwacht geen schade. Mocht die toch ontstaan, dan wil Frisia Zout die rechtstreeks vergoeden op grond van een toetsingskader dat wordt ontwikkeld op grond van het al aangelegde meetnet met waterpeilbuizen, tilt- en versnellingsmeters en drone-metingen in het centrum van de stad.
Normaal gesproken moeten melders van schade door mijnbouw zich wenden tot de Commissie Mijnbouwschade. Omdat die zich niet wil vastpinnen op de Harlinger meetgegevens als bewijsmateriaal geniet die echter weinig vertrouwen van de Stichting Bescherming Historisch Harlingen. Frisia Zout is zelf partner in het meetnet en wil die stap daarom wél zetten. Bereikt de bodem een bepaalde scheefstand, dan wordt aangenomen dat zoutwinning de boosdoener is.
Ook RTL Nieuws gaat aandacht besteden aan de problemen om het eigen meetnet van de Pilot Harlingen erkend te krijgen. Vanochtend werden aan de Zoutsloot opnamen gemaakt met de Stichting Bescherming Historisch Harlingen en vanmiddag aan de Lange Lijnbaan met directeur Bart Hendriks van zoutwinbedrijf Frisia B.V. Daarna reisde het RTL-team terug over de Afsluitdijk om een reactie te vragen van de Commissie Mijnbouwschade.
Het item is uitgezonden op 20 mei en te bekijken via deze link. Scroll naar 14.44.
Om in Harlingen de bodemdaling en scheefstelling door zoutwinning vroegtijdig te kunnen meten, heeft de havenstad een eigen meetnet. Dat meetnet - uniek in Nederland - kwam tot stand door de eendrachtige inzet van het zoutwinbedrijf Frisia B.V. en de Stichting Bescherming Historisch Harlingen.
Ook Gemeente Harlingen, Provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân omarmen het meetnet als instrument om voor de toekomst relaties vast te stellen tussen bodemdaling en eventuele schade.
Het Rijk weigert echter zo'n status aan het meetnet toe te kennen. Staatssecretaris Vijlbrief stelt in een brief aan de Stichting: ‘De Commissie Mijnbouwschade is niet bevoegd om te adviseren over het monitoren van effecten van zoutwinning of andere mijnbouwactiviteiten.’ Hij vindt ‘een adviserende rol van de Commissie bij afspraken tussen het mijnbouwbedrijf en de omgeving over aanvullende metingen niet passend’.
Nu het Rijk de metingen als bewijsmateriaal niet wil erkennen zoeken de Stichting en Frisia B.V. naar een andere oplossing om inwoners zekerheid te geven. Daarbij denken de twee partijen aan een eigen toetsingskader dat los staat van de overheid. In het Algemeen Dagblad zei directeur Bart Hendriks hierover: ‘Dat kader willen we met wetenschappelijke expertise laten opstellen’. En: ‘Als er toch sprake blijkt van schade door bodemdaling of scheefstelling, dan keren we zonder discussie vergoedingen uit.‘
Meer lezen:
- artikel Harlinger Courant
- artikel Algemeen Dagblad
Attema: ‘Een schadefonds voor de stad had al lang in kannen en kruiken moeten zijn’
Fred Attema (67) is voorzitter van Vereniging Oud Harlingen. Tot 21 april, dan treedt hij terug en heeft hij zijn bijdrage aan de bescherming van Harlingen als monumentenstad wel geleverd. 12 jaar lang was hij penningmeester en sinds 1 jaar hanteert hij de voorzittershamer. Attema stond aan de wieg van Stichting Bescherming Historisch Harlingen, de meest recente ‘dochteronderneming’ van zijn vereniging. Een eerdere is Monumentenstichting Harlingen, die inmiddels permanent zorg draagt over drie bruggen en twee sluizen.
Waarom moest de Stichting Bescherming Historisch Harlingen er komen?
Attema: ‘Met het schrikbeeld van de bodemdaling bij Wijnaldum in het achterhoofd kwam ook de winning van zout kort voor de kust van Harlingen op de agenda van ons bestuur. Ik heb in het verleden gewerkt als chemisch analist bij AKZO Nobel in Delfzijl en wist wat de invloed van winning en de daarmee gepaard gaande bodemdaling op de kust en gebouwen kon gaan betekenen.
We organiseerden daarom een vergadering in de Doopsgezinde kerk om betrokken partijen te informeren. De opkomst was enorm en onze zorgen werden breed gedeeld.’
Kwamen jullie niet te laat in actie?
‘Om de boringen tegen te houden waren we te laat. De vergunningen om te mogen boren waren vergeven. Ons bestuur is kort na de ledenvergadering bij de toenmalige directeur Durk van Tuinen op bezoek gegaan. De ontmoeting was hartelijk. Van Tuinen luisterde met interesse. Ik denk dat hij ook in de gaten had dat wij met Oud Harlingen meer konden dan andere bezorgde burgers.
We deelden onze zorgen met hem over wat er met de stad kon gebeuren wanneer de bodemdaling Harlingen zou bereiken. De oude gebouwen hier zijn kwetsbaar. Ze staan allemaal op ‘beerkes’, een fundering van gestapelde stenen waarover balken liggen. Op die balken zijn vervolgens de muren weer opgemetseld. Je moet er niet aan denken wat er kan gebeuren wanneer de ondergrond zou gaan trillen of zakken.’
Is Vereniging Oud Harlingen tegen zoutwinning?
‘De vereniging is niet voor of tegen. Zelf heb ik er geen problemen mee dat zout onder de Waddenzee wordt gewonnen. Waar de bodem daalt, vullen zandstromen dat wel weer aan.
Bovendien is de werkgelegenheid die Frisia Harlingen biedt van groot belang.
De Stichting is niet opgericht om het winnen van zout tegen te gaan, al had ik wel graag gezien dat Frisia het zout verder uit de kust zouden winnen. Dat om de kans om schade in de stad en aan de kust te voorkomen.’
Is Attema tevreden met wat SBHH bereikt heeft?
‘De Stichting doet wat in haar vermogen ligt en doet dat op een buitengewoon goede manier. Al trekken de vrijwilligers hard aan de riemen, het blijft vaak toch roeien tegen de stroom in. Het gaat altijd te langzaam en je loopt steeds achter de feiten aan. Wij denken dat er meer meetinstrumenten onder de stad geplaatst hadden moeten worden. De tiltmeters zijn er om de bewijslast helder te krijgen.
Ik constateer bovendien, ook al wordt er al weer enige tijd gewonnen, dat de meetgegevens die er nu al zijn nog altijd niet met de burgers gedeeld worden.
Mijn grootste probleem is echter dat er nog geen schadefonds is. De regering is niet doeltreffend in het regelen en afhandelen van schade. Er moet door Frisia nu al een forse pot met geld beschikbaar worden gesteld waarmee later eventuele schade gecompenseerd kan worden. Wanneer je bedenkt dat hier 1.000 huizen in de binnenstad staan en je zomaar een ton schade aan een huis hebt dan praten we over hele grote schadebedragen. We moeten nu goed regelen dat bij aangetoonde schade het bedrijf betaalt en niet de regering, want dat zijn wij - de burgers.’
De behoefte aan waterontharders stijgt explosief, en ook bij Frisia Zout in Harlingen merken ze dat. Leveranciers van zouttabletten voor de consumentenmarkt, maar ook voor grotere zoutblokken van 2,5 en 4 kilo voor de onthardingsindustrie doen een groter beroep op de zoutwinner. Om aan die stijgende vraag te kunnen voldoen ontwikkelt Frisia nu een nieuwe productielijn.
Jesse Boschma is projectleider bij Frisia en verantwoordelijk voor de aanleg: ‘Het was een flinke puzzel om hier op het bedrijfsterrein aan de Lange Lijnbaan alles te bouwen wat we wilden. Uiteindelijk hebben we een oplossing bedacht waarbij we het gebouw van de Liksteen- en Tabletafdeling konden vergroten en een nieuwe productielijn konden installeren.’
Boschma is trots op het bereikte resultaat. Een gigantische pers drukt met een kracht van 1.500 ton het zout uit de diepe ondergrond van de Waddenzee in strakke, witte blokken van 4 kilo. Iedere 16 seconden glijden 6 zoutblokken uit de machine op de lopende band om hun weg te vervolgen naar de geautomatiseerde inpakinstallatie. Ieder blok zout is op de millimeter in hoogte, breedte en lengte gelijk.
‘Met ons team hebben we een bijzondere prestatie neergezet. Binnen vijftien maanden hebben we de hele productielijn kunnen realiseren. Van vergunningsaanvraag, inrichten van het terrein, bouw van de hal tot de aankoop en installatie van de lijn. Daarmee kunnen we de productie van 4 kilo blokken nu verdrievoudigen naar 30.000 ton op jaarbasis.
Nu is het nog een kwestie van de collega’s die met de lijn moeten gaan werken opleiden en begeleiden.
Wanneer straks alles soepel verloopt, gaat het productieproces nagenoeg automatisch. Mijn collega’s houden dan alleen nog een oogje in het zeil of alles gaat zoals het moet gaan en moeten enkel nog rollen verpakkingsfolie vervangen en producten die gereed zijn afvoeren’, aldus Boschma.
Aanstaande woensdag spreekt de Commissie Mijnbouwschade met het College van burgemeesters en wethouders van Harlingen. De kennismaking volgt op een bijeenkomst voor Friese gemeenteraadsleden, op 21 november in het gemeentehuis van Weststellingwerf.
Drie- tot viermaal per jaar bespreken de stakeholders van de Pilot Harlingen de gang van zaken. De eerstkomende bijeenkomst is dinsdag 14 februari. Ditmaal zal ook gedeputeerde Friso Douwstra (CDA) aanwezig zijn.
Op de agenda staat onder meer de voortgang van de Fryske Mijnbouwtafel die afgelopen jaar van start ging. De provincie wil daar alle mijnbouwactiviteiten in de provincie mee volgen en informatieuitwisseling bevorderen. Een van de ambities van de provincie is de regio te laten meedelen in de lusten van mijnbouwactiviteiten.
Ook het bezoek van de Commissie Mijnbouwschade aan het Harlinger college komt aan de orde, net als eventuele implicaties van de voorgenomen aanpassing van de Mijnbouwwet. Verder zal onder meer worden gesproken over de ontwikkeling van een eigen toetsingskader op basis van het Aanvullend Meetnet, over het online beschikbaar maken van de meetgegeven en over het komende bezoek van staatssecretaris Vijlbrief aan Harlingen.
De toekomst van zoutwinning in Nederland gaat veranderen. Dat schrijft staatssecretaris Vijlbrief van Economische zaken en Klimaat aan de Tweede Kamer in een Contourennota voor aanpassing van de Mijnbouwwet.
"De zoutwinning is een belangrijke economische activiteit in Nederland", aldus de bewindsman. "Zout is belangrijk als essentiële grondstof voor de chemische industrie in Nederland en Noordwest-Europa en voor producten die nodig zijn voor de energietransitie zoals windmolens, batterijen en isolatiemateriaal en in koude winters ook voor de verkeersveiligheid.
Zoutwinning is belangrijk voor de regionale economie in het noorden en het oosten van het land."
Als het aan de rijksoverheid ligt gaan er echter dingen veranderen. Zo meent het kabinet dat bij de opslag van energiedragers zoals waterstof daarvoor geschikte zoutcavernes een belangrijke rol kunnen spelen. "Het (her)gebruik van zoutwinlocaties ten behoeve van het toekomstig energiesysteem wordt daarmee van nationaal belang", stelt de nota. "Het kabinet wil als uitgangspunt voor de ontwikkeling van nieuwe zoutcavernes hanteren dat, waar dit technisch en financieel mogelijk is, rekening wordt gehouden met de mogelijkheid om deze cavernes in de toekomst in te zetten voor opslag van waterstof in zoutcavernes. Of er daadwerkelijk opslag van waterstof zal kunnen plaatsvinden, is afhankelijk van verschillende toetsingscriteria. Er zijn nog vragen over bijvoorbeeld de grootte van een caverne, afstanden tot andere ondergrondse activiteiten. Hiervoor dient beleid ontwikkeld te worden."
Het kabinet zal in het eerste kwartaal van 2023 een visie presenteren over de toekomst van zoutwinning in Nederland. In een tabel over het al dan niet meer verlenen van vergunningen wordt al een schot voor de boeg gegeven. Of dit implicaties kan hebben voor de huidige zoutwinningsactiviteiten is nog niet duidelijk. Er "zal over overgangsrecht nagedacht moeten worden indien de wijziging bestaande rechten raakt", schrijft de staatssecretaris daarover.
Onder de Waddenzee wordt gas en zout gewonnen. Op de website van het Staatstoezicht op de Mijnen is daarover veel basisinformatie te vinden.
Zo beschrijft het document onder meer het aantal winningslocaties (6 voor gaswinning en 1 voor zout), de hand-aan-de-kraan werking bij winning, hoe bodemdaling wordt gemeten én welke bodemdaling acceptabel is.
In een paragraaf beschrijft SodM dat de belangrijkste voorwaarde voor gas- en zoutwinning is dat er geen schade voor de natuur mag ontstaan. Daarbij weegt men de bodemdaling, zeespiegelstijging en natuurlijke opslibbing.
Vanuit deze webpagina voeren allerlei links naar extra informatie, bijvoorbeeld naar een extra pagina over de Zoutwinning bij Harlingen.
Op de valreep van 2022 verscheen nog een laatste nieuwsbrief. Blijf op de hoogte door een abonnement te nemen op de digitale versie. Geef daarvoor uw mailadres op, op de homepage van deze website, rechtsboven bij 'Blijf op de hoogte'.
In het decembernummer onder meer informatie over:
De metingen uit het aanvullend meetnet zijn opgenomen in een aanvullende bijlage bij het Meetplan van Frisia Zout. Dat heeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat deze week laten weten. Dat betekent concreet dat het Staatstoezicht op de Mijnen niet alleen meer toezicht houdt op de metingen die Frisia uitvoert op het Wad, maar ook op de metingen in de binnenstad van Harlingen. De bijlage is gepubliceerd op NLOG, het portaal van de overheid waar alle mijnbouwactiviteiten in Nederland op te vinden zijn.
Sommige apparaten van het Harlinger meetnet vertonen nog kinderziektes. Dat concludeerde Antea bij een rondje langs de meetpunten.
De kalibratie van de fijngevoelige Amerikaanse tiltmeters, die eerder problemen gaf, is met behulp van de fabrikant opgelost. Maar er is een nieuw punt van aandacht opgedoken door de stroomstoringen waar Harlingen de laatste tijd mee te maken had. Elke meetkast is uitgerust met een batterij om stroomuitval 20 minuten te ondervangen. De laatste stroomstoring duurde echter langer. Antea gaat daarom zorgen dat meetdata voortaan eerst op de locatie zelf wordt opgeslagen. Dan kunnen de gegevens ook later nog worden 'opgehaald'.
Ook moeten 'stilgevallen' meters nu ter plekke worden herstart. Dat kan voortaan ook op afstand. Verder was door isolatiewerkzaamheden in een kelder van een monumentaal pand een beschermingskast beschadigd. Dat wordt ook hersteld.
Op 9 december zitten de samenwerkende partijen van de Pilot Harlingen weer om tafel in het stadhuis om de lopende zaken te bespreken. Op de agenda staan onder meer het publiceren van de meetgegevens en een vervolg van de proef met het vastleggen van het exterieur van panden. Ook vragen en zorgen vanuit de samenleving zullen worden besproken. Wie daarvoor input wil geven kan dat doen via info@pilotharlingen.nl
In een ingezonden stuk in de Harlinger Courant van vandaag worden harde noten gekraakt over de Pilot Harlingen. "Het begint er sterk op te lijken dat een onbetwistbare nulmeting er niet gaat komen", stelt de schrijver, en: "We zien een centrale overheid die moeiteloos eenzijdig de bakens verzet en eerdere afspraken opnieuw ter discussie stelt."
De schrijver stelt ook dat de eerste zettingen onder de Ballastplaat al hebben plaatsvonden, "dus metingen op basis van een onaangeroerde bodem zijn al niet meer mogelijk tenzij we daarvoor de metingen in het kader van de MER van voor 2018 gebruiken." Op dit punt is het goed te weten dat die MER-metingen juist zijn verricht met als doel betrouwbare meetgegevens van de nulsituatie op het Wad van vóór de 'onberoerde bodem' te verzamelen. Die gegevens zijn dus wel degelijk aanwezig. Een onafhankelijke Auditcommissie heeft deze metingen in orde bevonden.
Tijdens het stakeholdersoverleg van 9 december zal worden gesproken over de zorgen die in het ingezonden stuk worden geuit over de voortgang van de Pilot Harlingen.
Het monitoringsrapport voor zoutwinning onder de Waddenzee is beoordeeld door de Auditcommissie Zoutwinning Waddenzee. De rapportage is van goede kwaliteit en de ontwikkelingen in de Waddenzee zijn er goed mee te volgen, zegt de Auditcommissie. De ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hadden de Auditcommissie om advies gevraagd over het monitoringsrapport.
Frisia Zout uit Harlingen heeft toestemming om sinds eind 2020 zout te winnen onder de Waddenzee. Maar de natuur in de Waddenzee mag er niet onder lijden. Als dat wel het geval is wordt de zoutwinning verminderd of stopgezet. Elk jaar worden de effecten van de winning daarom gemonitord. Zo vinden diep in de bodem en op het wad metingen plaats en worden onder andere aanwezige vogelsoorten geteld.
De Auditcommissie vindt de rapporten over 2021 van goede kwaliteit. Het geheel geeft een compleet en samenhangend beeld van de situatie in het gebied.
Naast haar advies over de monitoring signaleert de Auditcommissie een aantal recente ontwikkelingen waaruit lijkt of de zeespiegel sneller stijgt dan gedacht en de toevoer van sediment (zand en slib) afneemt. De Auditcommissie adviseert de ministers om deze recente ontwikkelingen mee te nemen bij haar besluit over de toegestane bodemdaling die de zoutwinning mag veroorzaken.
De onafhankelijke Commissie voor de milieueffectrapportage treedt op als Auditcommissie voor de zoutwinning onder de Waddenzee. De Auditcommissie controleert op verzoek van de ministers van Economische Zaken en Klimaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, jaarlijks de kwaliteit van de monitoring. Zie ook www.commissiemer.nl
Eind juli verscheen het jaarverslag 2021 van de Pilot Harlingen. Het beschrijft in ruim 20 pagina’s welke activiteiten vorig jaar zijn ondernomen om in Harlingen schade door de zoutwinning te voorkomen. Een gratis exemplaar is verkrijgbaar door een mailtje te sturen aan info@pilotharlingen.nl.
De voorgenomen zoutwinning bij ‘Harlingen Havenmond’ zorgde een kleine 10 jaar geleden voor onrust bij de vereniging Oud Harlingen. Dat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2 centimeter bodemdaling in de veerhaven vergunde, impliceert immers dat waarschijnlijk de gehele monumentale binnenstad met enige bodemdaling te maken gaat krijgen. De Stichting Bescherming Historisch Harlingen (SBHH) werd in het leven geroepen om schadelijke effecten daarvan te voorkomen. De ledenvergadering van Oud Harlingen stelde een pakket van eisen vast, als basis voor gesprekken van de SBHH met gemeente, provincie en Frisia Zout. In 2019 legden de partijen het voorkómen van schade voor de stad en zijn inwoners als gezamenlijk belang vast in een Samenwerkingsovereenkomst.
Uit het jaarverslag blijkt dat het maken van afspraken over het voorkomen van schade nog heel wat voeten in aarde heeft. Effecten van activiteiten in de ondergrond zijn tevoren te modelleren, maar nooit met 100% zekerheid te voorspellen. Met onder- en bovengrondse metingen wordt er aan gewerkt de situatie van de stad zo nauwkeurig mogelijk vast te leggen vóór er invloed van bodemdaling door de zoutwinning kan zijn. Rond de zoutwinning spelen echter ook nog allerlei andere zaken: delfstofwinning in de Waddenzee ligt politiek onder een vergrootglas; gemeenten en provincies willen in toenemende mate invloed op delfstofwinning in hun grondgebied; de wetenschappelijke kennis over mijnbouw in Nederland vertoont nog hiaten; er is politieke en juridische onduidelijkheid over zorgplicht, aansprakelijkheid en verjaring van schade. De Pilot Harlingen volgt al die ontwikkelingen en wil er, waar mogelijk, ook een voortrekkersrol in spelen.
Al deze onderwerpen passeren in het jaaroverzicht de revue. Want naast een inhoudelijke taak ziet de Pilot Harlingen het richting de Harlinger bevolking ook als een belangrijke verantwoordelijkheid transparant te communiceren over alles wat met de zoutwinning samenhangt. Wie interesse heeft in een papieren jaarverslag kan per mail een exemplaar aanvragen, of terecht bij de bibliotheek of de Groenlandsvaarder. Daar liggen ze klaar voor elke belangstellende.
Bij metingen in de Harlinger bodem zijn de afgelopen maanden piepkleine grondschokjes gemeten. Dirkjan Krijnders van Antea leek een grote wateronttrekking als verklaring voor de grondbeweging het meest waarschijnlijk.
De Stichting Afvaloven Nee! heeft Provinciale Staten van Provincie Fryslân en de gemeenteraad van Harlingen nu vragen gesteld over zo'n grote wateronttrekking. Omrin pompt jaarlijks namelijk van mei tot en met september miljoenen liters grondwater op, voor koeling van de afvaloven.
Het waterschap probeert de grondwaterstand zo optimaal mogelijk te houden voor plant en dier. Is het droog, dan wordt water aangevoerd om de waterstand in sloten en kanalen, en zodoende ook het grondwater, op peil te houden. Bij langdurige droogte wordt er vaak een verbod ingesteld op het onttrekken van oppervlaktewater.
Afvaloven Nee! stelt nu vragen bij de huidige droogte en de waterwinning door Omrin. Mogelijk werpen de antwoorden ook een nieuw licht op de bodembewegingen die dankzij het Aanvullend Meetnet van de Pilot Harlingen zijn waargenomen.
Gemeente Harlingen start een lobby om te bereiken dat er een nulmeting komt die wordt erkend door de Commissie mijnbouwschade. Dat staat in het coalitieakkoord dat afgelopen maand door de gemeenteraad in zijn nieuwe samenstelling werd aangenomen.
Het voornemen in het Hoofdlijnenakkoord 2022/2026 volgt op berichten dat de huidige metingen, die de Pilot Harlingen laat uitvoeren, niet als rechtsgeldig bewijs worden gezien door de Commissie mijnbouwschade die meldingen van schade moet beoordelen. Gemeente Harlingen is partner in de Pilot Harlingen en als zodanig ook medefinancier van de metingen.
Tijdens de informatieavond van 22 juni kwam naar voren dat sinds februari in de Harlinger bodem zesmaal piepkleine grondschokjes zijn gemeten. Dirkjan Krijnders van Antea had er nog geen verklaring voor. Een wateronttrekking door een boer, of door een bedrijf, leek hem het meest waarschijnlijk.
De Leeuwarder Courant schrijft vandaag dat ze hierover het Wetterskip, afvaloven REC en visverwerkers Meromar en Lenger benaderde. Zij hebben allemaal vergunning grondwater op te pompen, uiteenlopend van 30.000 tot 250.000 kubieke meter (250 miljoen liter) per jaar.
Op grond van hun reacties concludeert de krant dat zij als veroorzakers niet waarschijnlijk zijn. Mogelijk wordt het water gebruikt voor verkoeling of verwarming. Voor dat doel hebben RSG Simon Vestdijk, het MCL en het City Centre Hotel aan de Voorstraat een vergunning grondwater naar boven te halen. Op dit moment is echter nog onduidelijk of dit de miniscule grondbewegingen veroorzaakt.
Door jarenlang continu metingen te blijven doen vóór de bodemdaling door zoutwinning Harlingen nadert, hoopt de Pilot Harlingen alsnog te ontrafelen hoe de ondergrondse bewegingen tot stand komen.
Provinciale Staten van Fryslân ondersteunden vanmiddag vrijwel unaniem een motie waarin het College van Gedeputeerde Staten wordt gevraagd in overleg te gaan met de commissie Mijnbouwschade en de Pilot Harlingen. Resultaat zou moeten zijn dat een door alle partijen gedragen en rechtsgeldige nulmeting wordt uitgevoerd.
Inwoners van Harlingen hebben recht op zekerheid en veilgheid bij eventuele schade als gevolg van zoutwinning, stelt de motie. Om schade snel te kunnen vergoeden is een rechtsgeldige nulmeting "een onmisbaar instrument". Immers: "als je niet weet wat de uitgangssituatie is, hoe kan je dan bepalen wat de verandering is?"
De motie benoemt ook dat in Wijnaldum al tientallen jaren ervaring is met het niet vergoed kunnen krijgen van schade, door het ontbreken van een nulmeting.
Aanleiding voor de motie is de opstelling van de Commissie Mijnbouwschade. Deze wil de nulmeting die in Harlingen wordt gedaan niet op voorhand erkennen. Het is ook onduidelijk hoe deze organisatie de nulsituatie zelf heeft vastgesteld en de schade bepaalt. Omdat de Commissie Mijnbouwschade ook niet bereid blijkt hierop in te gaan vragen de Friese Statenleden het College hier nu actie in te ondernemen.
De Pilot Harlingen "is een goed voorbeeld van hoe je het eigenlijk moet doen". Dat verklaarde onafhankelijk geoloog Peter van der Gaag vandaag tijdens zijn verhoor door de parlementaire enquêtecommissie rond de gaswinning in Groningen.
"Op dit moment heb ik in opdracht van de zoutwinningsmaatschappij Frisia, én de bewoners, een systeem tiltmeters ontworpen. Dat staat, dat is nu on line. En de bewoners van Harlingen - dat is een goed voorbeeld van hoe je het eigenlijk zou moeten doen he - de bewoners en de zoutmaatschappij die zeggen van 'Joh, zoutwinning, riskant (...), maar oké, de vergunning is verleend. Laten we nu een systeem neerzetten waarbij we bijvoorbeeld kunnen zeggen: als de bodemdaling in Harlingen meer dan 2 centimeter is, dan stoppen we met het zout winnen. Daar zijn die tiltmeters uitstekend geschikt voor."
Van der Gaag maakte zijn opmerkingen in het kader van een pleidooi voor het vóóraf beter benutten van onafhankelijke wetenschappelijke kennis in Nederland, en voor het vergroten daarvan. Vooral bij bepaalde overheidsinstellingen schort het aan kennis, stelde hij. Bij grote projecten als dijkophoging en tunnelbouw leidt dat tot meerkosten van tientallen miljoenen euro's, wanneer schadelijke effecten optreden die tevoren bekend hadden kunnen zijn.
Tijdens de informatieavond zijn inleidingen gegeven door:
- Dirkjan Krijnders (Antea group) over de ondergrondse metingen
- Bart Hendriks (Frisia Zout) over het belang van nulmetingen
- Jarig Lanhout (SBHH) over erkenning van de metingen door de rijksoverheid
De bijdragen van alle sprekers zijn integraal te bekijken op de pagina 'Audio en video'
Ze maken de bodemdeskundigen vooral erg nieuwsgierig: de kleine schokjes in de Harlinger ondergrond. Die zijn letterlijk 'haarfijn', of eigenlijk nog veel kleiner. De verzakkingen bedragen ongeveer 0,02 microradiaal, schrijft de Leeuwarder Courant vandaag, en een héle microradiaal is een hoogteverschil van slechts 1 millimeter over een afstand van 1 kilometer. Kleiner dan kleinst dus, maar toch: je wilt als onderzoeker gewoon weten hoe het zit.
In opdracht van de Pilot Harlingen blijft Antea Group de komende jaren meten. Het onderzoeken van de meetresultaten zal allicht ook het antwoord opleveren op het vraagstuk van de grondschokken. Een ander opvallend meetresultaat, waarvan de krant vandaag melding maakt, is het ontbreken ervan op die momenten dat de luchtmacht op Vlieland explosieven afwerpt. Mogelijk ligt dat aan de afstelling van het mobiele netwerk dat de meetgegevens moet doorgeven, vermoedt Antea. Ook dit punt wordt verder onderzocht.
Sinds een jaar ontrafelen continue ondergrondse metingen hoe de bodem van Harlingen zich gedraagt. De vijf samenwerkende partijen in de Pilot Harlingen willen hier zicht op krijgen met het oog op voorspelde bodemdaling. Die gaat zich de komende jaren onder de Friese havenstad voltrekken als gevolg van buitendijkse zoutwinning door Frisia Zout. Via nauwkeurige monitoring wil het bedrijf, samen met inwoners en overheden, schade aan de stad voorkomen. Woensdag kregen de inwoners de eerste resultaten van de metingen gepresenteerd.
Op vijf plekken in de stad is meetapparatuur geïnstalleerd, zowel in monumentale panden, op maaiveldniveau als in de diepe ondergrond. Dirkjan Krijnders van ingenieursbureau Antea liet onder meer zien hoe het grondwaterpeil fluctueert bij eb en vloed en dat golven van de zware aardbeving bij Fukushima (Japan) na 4 uur uiteindelijk ook Harlingen bereikten. Ook bodemdaling en scheefstelling worden gemeten. Door dat te blijven doen wanneer de bodemdaling door de zoutwinning naderbij komt, kan op termijn de invloed daarvan worden bepaald.
Directeur Bart Hendriks van Frisia Zout sprak zijn overtuiging uit dat de zoutwinning Harlingen geen schade zal berokkenen. Hij onderstreepte hij belang van nulmetingen om dat te kunnen aantonen. Verder is Frisia doende te bekijken of ze een eigen schadefonds gaat inrichten, analoog aan het fonds dat eerder rond de zoutwinning bij Wijnaldum functioneerde. Voorzitter Jarig Langhout van het burgerinitiatief Bescherming Historisch Harlingen uitte kritiek op de schadeafhandeling door de rijksoverheid. Hij wees op diverse maatschappelijke partijen die de Pilot Harlingen als voorbeeld naar voren schuiven. Hij wil opnieuw met de Commissie Mijnbouwschade in gesprek om die van de waarde van het Harlinger initatief te overtuigen.
Een complete registratie van de avond is binnenkort te zien via deze website.
Tijdens 'Harlingen ondergronds' op woensdag 22 juni presenteert de Pilot Harlingen wat de metingen met het Aanvullend Meetnet het afgelopen jaar hebben opgeleverd. De avond wordt gehouden in de kantine van RSG Simon Vestdijk. De zaal is open om 19.45 en de avond begint om 20.00 uur.
Sinds een klein jaar worden er in de Harlinger ondergrond metingen gedaan: in de diepe ondergrond, op maaiveldniveau en in kelders van historische panden. De Harlinger bodem trilt, kantelt en zakt, maar stijgt soms ook weer. En dan hebben we het nog niet over de invloed van de maan en van eb en vloed. Op deze avond vertellen we wat we nu al wel en nog niet weten.
Het programma wordt geopend door Jarig Langhout, voorzitter SBHH.
- Dirk-Jan Krijnders (Antea) en Peter van der Gaag (HIT) presenteren opvallende meetresultaten, onder andere rond:
- Directeur Bart Hendriks van Frisia Zout vertelt over het belang van 0-metingen.
- Jarig Langhout gaat in op het belang van erkenning van de metingen door de overheid.
Zoals gebruikelijk is er weer alle gelegenheid om vragen te stellen.
Eenmaal per jaar krijgen alle inwoners van Harlingen onze nieuwsbrief thuis in de bus. Maar de nieuwsbrief verschijnt vaker! Blijf op de hoogte door een abonnement te nemen op de digitale versie. Geef daarvoor uw mailadres op, rechtsboven op de homepage van deze website, bij 'Blijf op de hoogte'. En lees hier vast het aprilnummer met onder andere:
De zware aardbeving van 16 maart aan de noordkust van Japan is ook door het Harlinger meetnet gemeten. Dat bleek gisteren bij het analyseren van resultaten van het Aanvullend Meetnet door Antea en onafhankelijk geoloog Peter van der Gaag.
De beving had een kracht van 7,3 en vond plaats bij Fukushima. Daar was ook vorig jaar maart al een beving, en in maart 2011 zelfs een beving met een kracht van 9,0 die een tsunami veroorzaakte. "De golven van zo'n beving gaan de aarde rond", vertelt Peter van der Gaag, "en die hebben we dus ook in Harlingen gemeten. Dat is overigens niet per definitie het geval. De beving bij het Groningse dorp Zeerijp van 6 maart bijvoorbeeld (2,1 op de schaal van Richter) zagen we in Harlingen niet terug. Dat heeft te maken met het soort trillingen en hoe die zich voortplanten."
Uit de meetgegevens kwam gisteren ook naar voren dat zich recent in Harlingen een grote wateronttrekking moet hebben voorgedaan. "Misschien door een boer, of misschien wel door Frisia zelf. Dat gaat Antea nu uitzoeken. Zo ontrafelen we stap voor stap wat er schuilgaat achter de meetresultaten die we binnen krijgen", zegt Van der Gaag. "We moeten de komende jaren uitschieters leren onderscheiden van de standaardsituatie van de bodem. Pas dan kunnen we ook bepalen wat eventuele effecten van de bodemdaling door zoutwinning zijn."
Voor de zomer wil de Pilot Harlingen een informatieavond organiseren over de resultaten van het Aanvullend Meetnet tot nu toe. Het is de bedoeling de metingen ook live zichtbaar te maken via het Dashboard op deze website.
Vele tientallen belangstellenden zijn gisteravond bijgepraat over de metingen die momenteel in verband met de zoutwinning worden uitgevoerd. Over de werking van het Aanvullend Meetnet gaf drs. Peter van der Gaag uitleg, speciaal over de tiltmeters die in Harlingen worden toegepast.
De afgelopen maanden trokken ook de metingen met drones de aandacht. Vanuit de lucht, maar ook vanaf straatniveau, is de bebouwing noordelijk van de Noorderhaven minutieus opgemeten. Wanneer de huidige beelden worden vergeleken met opnames die over een aantal jaren worden gemaakt kunnen zo afwijkingen tot op enkele millimeters worden gesignaleerd. Hiermee moet gesteggel over 'oude' en 'nieuwe' schade worden voorkomen.
Op woensdag 6 april wordt een informatie-avond gehouden in de Doopsgezinde kerk op de Zoutsloot. De toegang is gratis. Inloop vanaf 19.45u; de avond begint om 20.00 uur.
Het programma telt 3 onderdelen:
Een lezing over tiltmeters door drs. Van der Gaag, de ontwerper van het Harlinger meetnet
Een presentatie over de 3D-metingen, die onlangs plaatsvonden
Een vooruitblik naar de resultaten van het ondergrondse meetnet
Een Harlinger delegatie trekt 17 maart naar Den Haag. Daar wordt het Staatstoezicht op de Mijnen op de hoogte gesteld van de nieuwste ontwikkelingen rond de metingen. Onder meer worden de eerste data van het ondergrondse Aanvullend Meetnet in de Harlinger binnenstad gepresenteerd. Tot deze week was dat plaatje overigens nog niet compleet: 2 van de 14 meetpunten leverden nog niet of niet constant meetdata. Na intensief overleg met de Amerikaanse fabrikant is het gelukt ook de laatste meetpunten nu goed te laten functioneren.
Om eventuele toekomstige schade te kunnen duiden ontwikkelt de Pilot Harlingen in samenwerking met Aeroscan en Monumentenwacht Fryslân ook bovengrondse metingen. Als proef is de afgelopen maand een 3D-reconstructie van een deel van de binnenstad gemaakt. Van zowel de ingezette meetmethode als van de resultaten wordt donderdag een presentatie gegeven.
Zo'n driemaal per jaar bespreken de samenwerkende partijen de lopende zaken rond de zoutwinning. Ook vragen en zorgen vanuit de samenleving kunnen dan worden besproken.
Op 23 maart zitten de SBHH, Frisia Zout, Gemeente Harlingen, Wetterskip en Provincie Fryslân weer om tafel, ditmaal in de raadszaal van het stadhuis. Gekeken wordt onder meer naar de eerste resultaten van het Aanvullend Meetnet. Ook de proef met het vastleggen van het exterieur van panden rond de Zoutsloot staat op de agenda (de 'bovengrondse nulmeting'), net als de plannen om te komen tot een bezoekerscentrum over zout en de zoutwinning.
In opdracht van de Pilot Harlingen zijn afgelopen week weer metingen gedaan in het gebied tussen de Noorderhaven en de Zoutsloot. Vele tientallen speciale stickers op trottoirs, muren en ramen hebben geholpen de nauwkeurigheid van de 3D-reconstructie van de wijk te verhogen. Maar niet alle stickers wilden even gemakkelijk worden verwijderd, zo laat het bedrijf Aeroscan weten. Met name op straatnaambordjes zijn reflectorstickers blijven zitten. De gemeente is op de hoogte gesteld dat deze peilpunten zo snel mogelijk alsnog worden weggehaald.
Overigens blijft er wel degelijk een bescheiden aantal meetstickers in de buurt aanwezig. Die zijn met toestemming van de eigenaren op bepaalde panden aangebracht in verband met toekomstige metingen. Mede dankzij deze permanente meetpunten zal het mogelijk zijn te bepalen of eventuele toekomstige schade nieuw ontstaan is, of nu al aanwezig was.
Vandaag en morgen worden in opdracht van de Pilot Harlingen weer opnames gemaakt van bebouwing in de Harlinger binnenstad. In januari werd al het gebied noordelijk van de Zoutsloot vastgelegd, ditmaal gaat het om de strook tussen de noordzijde van de Noorderhaven en de zuidzijde van de Zoutsloot.
Er worden vanaf de straat beelden gemaakt met een camera op statief, en vanuit de lucht met een drone. De combinatie van alle tienduizenden foto’s levert een nauwkeurig geometrisch model van de wijk in 3D op. De meetresultaten moeten bij eventuele toekomstige schade door de zoutwinning op de Waddenzee als bewijs dienen van de 'nulsituatie' van de panden zoals die was vóór de bodemdaling als gevolg van de zoutwinning de stad raakt.
Voor de nieuwste metingen is een extra validatie toegevoegd. Via speciale stickers op voor- en achtergevels zijn de metingen ditmaal rechtstreeks gekoppeld aan het nationaal coördinatensysteem (het Rijksdriehoeknet). Dat landelijke systeem is eigenlijk de basisgrondslag voor alles wat in Nederland wordt gemeten. Het is het uitgangspunt voor bijvoorbeeld landmeters, cartografen en het Kadaster. De metingen in Harlingen sluiten daar één op één op aan. Door over enkele jaren opnieuw metingen te doen kunnen tot op enkele millimeters nauwkeurig deformatie-analyses van het exterieur van panden worden gemaakt. Daarmee kan nieuwe schade worden onderscheiden van oude, al bestaande scheuren of scheefstand.
Bij de komende gemeenteraadsverkiezingen spelen in Harlingen verschillende dossiers een rol. Dat belicht Omrop Fryslân in het kader van een serie artikelen voor de NOS.
Er is de afgelopen maanden veel te doen over een 'Huis voor de gemeente': een nieuwe huisvesting voor de ambtelijke organisatie. Daarnaast is de zoutwinning een 'slepend probleem', schrijft de NOS. Overigens lijkt dat niet zozeer over de huidige zoutwinning onder de Waddenzee te gaan, maar meer om de eerdere winning bij Wijnaldum. De gevolgen daarvan zijn door de gemeente veronachtzaamd, stelt bestuurslid Aukje Jongsma van Winamer Belang. Voor de 'hoofdplaats' is de Pilot Harlingen opgetuigd, maar het 'buitengebied' is "finaal aan de kant gezet." Winamer Belang betitelt de Pilot daarom als een 'lachertje'.
Wat onder meer wringt bij de stichting is het feit dat in Harlingen speciale meetapparatuur is geïnstalleerd, waar Wijnaldum jarenlang vergeefs om vroeg. Voorzitter Rinze Post van Winamer Belang kaartte dat punt vorig jaar ook al aan. In antwoord daarop publiceerde de Pilot Harlingen medio december deze reactie in de Harlinger Courant.
Lees hier het artikel dat de NOS vandaag publiceerde in het kader van de komende gemeenteraadsverkiezingen. Het bevat ook het interview met mevrouw Aukje Jongsma.
Binnenkort worden opnieuw metingen aan de bebouwing in de binnenstad gedaan, nu tussen Noorderhaven en Zoutsloot. Daarover werd vandaag deze brief bezorgd bij de bewoners van de Noorderhaven (noordzijde), Droogstraat, Zoutsloot (zuidzijde) en tussenliggende straten.
In principe zullen de metingen hetzelfde zijn als in januari, toen het gebied ten noorden van de Zoutsloot in beeld werd gebracht. Ditmaal worden van tevoren echter speciale stickers op voor- en achtergevels aangebracht. Hiermee kunnen de metingen rechtstreeks worden gekoppeld aan het nationaal coördinatensysteem (het Rijksdriehoeknet). Dat moet de meetresultaten geaccepteerd maken om bij eventuele toekomstige schade als bewijs te dienen van de 'nulsituatie' vóór de zoutwinning.
Er worden beelden gemaakt vanaf de straat met een camera op statief, en met een drone vanuit de lucht. De combinatie daarvan levert een nauwkeurig model van de wijk in 3D op.
Medio januari zijn door Aeroscan met een drone en een 3D-scanner noordelijk van de Zoutsloot meetgegevens verzameld. Uit een analyse van de resultaten blijkt dat de al behaalde geometrische nauwkeurigheid verder omhoog kan door een extra validatie toe te voegen.
Voor betrouwbare deformatie-analyses van het exterieur van panden is een zo exact mogelijk geometrisch beeld van de bebouwing noodzakelijk. Daarom gaat Aeroscan de extra validatie bij de vervolgmetingen inbouwen. Zodra het winterse weer het toelaat worden de metingen in Harlingen voortgezet.
Allereerst zijn het de vijf deelnemende partijen zelf, die de Pilot Harlingen 'op koers' moeten houden. Om de ontwikkeling van de Pilot ook in een bredere maatschappelijke context te beschouwen, is er voor gekozen een externe Raad van advies in te stellen. Die kan de vijf stakeholders gevraagd of proactief adviseren over de uitwerking en ontwikkeling van de Pilot.
De Raad vergadert tweemaal per jaar en zat gisteren weer bij elkaar. De drie leden hebben op grond van hun maatschappelijke positie zitting in de Raad:
- de voorzitter van de vereniging Oud Harlingen
- de burgemeester van Harlingen
- een MT-lid van de directie Warmte & Ondergrond van het ministerie van EZK
Zij volgen de activiteiten van de Pilot op twee fronten: het voorkomen van elke schade door zoutwinning voor de stad en zijn inwoners, en daarnaast het bijdragen aan een landelijk ‘nieuw veiligheidsdenken’ waarbij de burger centraal staat.
Via de Raad van advies willen de samenwerkende partijen waardevolle input vanuit verschillende geledingen in de maatschappij waarborgen.
De dronemetingen, die maandag startten, kunnen deze week niet worden voortgezet. Dat zegt projectleider Mark Nicolai van Aeroscan. "Voor haarscherpe opnames zoals wij die willen maken, is veel licht nodig. Het liefst hebben we dus natuurlijk een blauwe lucht, maar op zich is dunne bewolking geen probleem. Maandag zaten we echter al op het randje. Daardoor moesten we langzamer vliegen om toch de gewenste kwaliteit van de beelden te verkrijgen. De rest van de week is bewolking nog zwaarder, dus we zullen de rest van de metingen iets moeten opschuiven. Zodra de weersomstandigheden het toelaten gaan we in Harlingen weer verder."
Van de straten die maandag zijn vastgelegd worden momenteel de beelden vanaf de grond en vanuit de lucht al gecombineerd tot een 3D-reconstructie.
Voorzitter Tom Postmes van een internationaal Kenniscafé toonde zich vanmiddag "impressed" over de Pilot Harlingen. Postmes is wetenschappelijk directeur van het Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen, dat kennis verzamelt over de maatschappelijke impact van de bodembewegingen daar. Het kenniscafé handelde over de toekomst van exploitatie in Noord-Nederland en de maatschappelijke impact die 'extractieve industrieën' kunnen hebben.
Durk van Tuinen, oud-directeur van Frisia Zout, was de derde van de drie sprekers van het webinar.
Eerst vertelde Frank Vanclay, Professor Culturele Geografie Rijksuniversiteit Groningen, over de impact van grote (internationale) projecten op de lokale bevolking en de omgeving. Om de maatschappelijke aanvaardbaarheid van zulke projecten te beoordelen kan een zogenoemd 'social impact assessment' een belangrijke rol spelen. Hieruit kunnen kaders volgen waarbinnen de activiteit acceptabel(er) wordt bevonden. In het geval van de Mackenzie Valley Pipeline Inquiry (Canada) bleek het echter onmogelijk randvoorwaarden te stellen die het project binnen de te beschermen waarden mogelijk maakten, aldus Vanclay.
Tweede spreker was Ron van Wonderen, senior-onderzoeker van het Verwey-Jonker Instituut. Hij belichtte de neveneffecten van windenergie op land, zoals in het Groningse Meeden. De recente documentaire 'Tegenwind, het verdriet van de Veenkoloniën' toont hoe plannen voor 'extractieve industrieën' de samenleving daar hebben gespleten en protesten zelfs tot gevangenisstraf kunnen leiden.
Dat het ook anders kan, vertelde Durk van Tuinen. Hij nam de deelnemers mee naar Noordwest-Fryslân. De zoutwinning daar was een "bumpy road", aldus Van Tuinen. De onvoorzien snelle bodemdaling zette de verhoudingen tussen bedrijf en bewoners op scherp en leidde uiteindelijk tot een transitie naar winning op de Waddenzee. Ook dat gaf tot maatschappelijke onrust, onder andere over bodemdaling onder Harlingen. De Pilot Harlingen laat echter zien dat goede communicatie met de omgeving zijn vruchten afwerpt.
Voormalig directeur Van Tuinen sloot zijn presentatie af met de lessen die Frisia Zout heeft geleerd wat betreft omgevingsmanagement:
- betrek stakeholders in een vroegtijdig stadium (via persoonlijke contacten)
- sta open voor alternatieven; trek daar genoeg tijd voor uit en co-creëer gezamenlijk ideeën
- werk samen met de betrokken stakeholders (vooral wanneer dat niet verplicht is); blijf betrokken bij het realiseren van de activiteiten, wordt deel van de gemeenschap
- houd actief contact met de stakeholders
In reactie hierop gaf gespreksleider Postmes aan de Pilot Harlingen te beschouwen als een "best practice".
Het Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen ijvert ervoor dat de beste kennis samen komt, goed bekend is en in de praktijk wordt toegepast. Met het periodiek organiseren van openbare bijeenkomsten rond onderwerpen uit de kennisagenda worden onderzoekers, bewoners, professionals, ondernemers, en bestuurders samengebracht die betrokken zijn bij het genereren van onderzoek en kennis gerelateerd aan de hoofdthema’s van het Kennisplatform.
Vandaag is het bedrijf Aeroscan in opdracht van de Pilot Harlingen gestart met een 'nulmeting' van panden rond de Zoutsloot. Vanaf een uur of tien is met onder andere een laserscanner begonnen de gevels in detail vast te leggen. Dat gebeurt tot op enkele milimeters nauwkeurig, zodat er bij eventuele latere scheuren- en scheefstandanalyses overtuigend bewijs van de huidige situatie beschikbaar is. De metingen zijn namelijk rechtstreeks gekoppeld aan het Stelsel van de Rijksdriehoeksmeting, het nationale coördinatensysteem. Van de ongeveer 5.600 RD-punten in Nederland zitten er ook enkele in Harlingen.
Ook een drone ging de lucht in. Tijdens de zonnige uren leverde dat haarscherpe beelden op. Hoe meer de lucht betrok, hoe langzamer de drone moest vliegen om toch voldoende scherpte in het beeld te vergaren. Al met al verliep de operatie wat trager dan was verwacht. De teams van Aeroscan gaan woensdag verder met de metingen.
De Pilot Harlingen laat als 'bovengrondse nulmeting' het exterieur van de huizen tussen de Noorderhaven en de Oude Ringmuur vastleggen. Dit gebeurt door Monuscan. In het aardbevingsgebied in Groningen deed het bedrijf (de erfgoedpoot van moederbedrijf Aeroscan) veel ervaring op met de techniek om panden nauwkeurig op te meten, in verband met scheuren- en scheefstandanalyses. De Pilot Harlingen kiest ervoor niet enkele panden, maar het hele stadsdeel in beeld te brengen. Het exterieur van elk huis wordt met behulp van foto’s op straatniveau en beelden vanuit de lucht (met drones) in 3D vastgelegd. De gemaakte opnames worden notarieel opgeslagen.
Het gebied rond de Zoutsloot is een proef. Het plangebied is uiteindelijk de hele binnenstad. Daarbij kunnen ook huiseigenaren búiten het plangebied aanhaken. De Pilot Harlingen gaat in gesprek met het ministerie van EZK en het SodM over het accepteren van de meetresultaten als bewijs van schade.
Gauke Reitsma, de wegbereider in Noordwest Friesland
De winning van zout uit de bodem van Noordwest Friesland is na vele jaren bijna geheel tot stilstand gekomen. In plaats daarvan wint Frisia Zout BV sinds september 2020 zout onder de Waddenzee bij Harlingen. Gauke Reitsma uit Minnertsga was op land steeds betrokken bij de zoektocht naar geschikte winlocaties, als ook bij de trajecten voor de transportleidingen.
Gauke Reitsma (83) is ‘hikke en tein’ in Minnertsga. Als jonge vent verdient hij de kost als gardenier op 10 hectare land. Om een goed bestaan voor zijn gezin op te bouwen onderneemt hij daarnaast ook andere activiteiten. In 1979 wordt Reitsma benoemd als vertrouwensman van het Landbouwschap Friesland. ‘Dat ik geen kantoorman ben, makkelijk met anderen contact maak en de boerenwereld ken, pleitte voor mij.’
Als vertrouwenspersoon begeleidt hij boeren in het contact met de verschillende gasbedrijven die in de provincie actief zijn en helpt hij hen om goede contracten af te sluiten.
Wanneer in de jaren negentig Den Haag vergunning aan Frima verleent om in Noordwest Friesland zout onder land te winnen, komt Reitsma in contact met Geert Talman, de directeur van het zoutbedrijf. ‘Talman zei me “ik betaal, dus ik bepaal”. Toen heb ik hem helder gemaakt dat het hier anders werkte. Dat het Landbouwschap alle boeren vertegenwoordigt en dat alle boeren een gelijke vergoeding moesten krijgen. Ik zei hem, houd je daar aan en het komt goed.’
Wanneer het Landbouwschap wordt opgeheven neemt LTO Nederland de werkzaamheden over. Reitsma blijft tot zijn pensioen bij de LTO in dienst, maar gaat daarna als zelfstandige verder.
In 2000 wordt Frima overgenomen door Kali + Salz uit Kassel en gaat het bedrijf verder als Frisia Zout. Aan het roer staat Durk van Tuinen. Deze vraagt Reitsma nieuwe winlocaties in Oosterbierum en Tzummarum te regelen.
Dat doet hij. Reitsma spreekt met de betreffende boeren de jaarlijkse pachtsom af voor de locaties, biedt vergoedingen voor schade die ontstaat door graafwerk voor leidingen, maar bovendien ook een jaarlijkse vergoeding voor gewasschade. Reitsma: ‘Je kunt in het land aan het gewas zien waar de leidingen lopen. Doordat de temperatuur van de pekelleiding hoger is dan de omgeving heeft dat gevolgen voor de plantengroei. Zo rijpt graan op een leiding bijvoorbeeld ook eerder af dan de planten er naast.’
Terugkijkend op al die jaren zoutwinning denkt Gauke Reitsma dat de betrokken boeren tevreden zijn over Frisia. ‘Met dit bedrijf zijn afspraken te maken. Zij houden zich daar aan. Het is ook het enige mijnbouwbedrijf dat boeren betaalt voor het transport van de pekel door de leiding onder hun land.’
Niet dat de winning van zout altijd probleemloos verliep. Zo brak de pekelleiding een aantal keren en moesten sloten worden afgedamd, water en grond afgevoerd om schade te herstellen. ‘Steeds zorgde ik er voor dat de schade door Frisia vergoed werd en dat de boer geen cent tekort kwam.’
Nu de zoutwinning onder land stopt wordt het boek voor Reitsma nog altijd niet gesloten.
‘Ik ben bijna 84. En ook komende zomer ga ik weer graag voor de fabriek op pad. Zo moet er nog gesproken worden over de leidingen. Officieel moeten ze - net als de bouwwerken en het asfalt op de winningslocaties - verwijderd worden. Ik zou zeggen koop het af en laat ze liggen.’
Alle bewoners tussen de Noorderhaven en de Oude Ringmuur ontvingen zaterdag post. Bestuursleden van de Stichting Bescherming Historisch Harlingen bezorgden een informatiebrief over metingen die binnenkort gaan plaatsvinden. Bij wijze van proef wordt het exterieur van de huizen in deze buurt in 3D vastgelegd.
De Pilot Harlingen heeft als doel schade aan Harlingen te voorkomen. Mocht er ondanks alle maatregelen alsnog schade ontstaan, dan is in elk geval een onomstreden nulmeting van de betreffende panden beschikbaar. Samen met de data van het al aangelegde ondergrondse meetnet biedt dat naar verwachting goede handvatten om oorzaak en omvang van eventuele schade te kunnen duiden.
In de loop van 2022 zullen steeds meer data van het aanvullend meetnet op deze website beschikbaar komen. Tipjes van de sluier worden opgelicht met een aantal overzichten van veranderingen in grondwaterpeil en tilt, die het afgelopen halfjaar op het Franekereind en op de Zoutsloot zijn gemeten. Zie hiervoor in het menu links bij 'Dashboard meetnet'.
Er wordt momenteel nog overlegd tussen de deelnemende partijen in de Pilot Harlingen, Antea Group en HIT Innovation Team over de beste manier om alle data te 'vertalen' in begrijpelijke overzichten.
De meeste meetpunten van het Aanvullend meetnet in het centrum van Harlingen zijn sinds de zomer in werking. De laatste technische problemen worden momenteel weggewerkt in samenwerking met Antea Group. Die legde het meetnet in opdracht van Frisia Zout BV aan. Enkele punten leveren bijvoorbeeld nog geen (of geen constante) stroom aan meetgegevens. Ondertussen komen van de overige meetapparaten al volop meetgegevens binnen. Een gezamenlijke werkgroep van de Pilot Harlingen werkt eraan om die informatie zo duidelijk en begrijpelijk mogelijk op deze website te gaan presenteren. Dit in nauw overleg met Peter van der Gaag, die op verzoek van de Stichting Bescherming Historisch Harlingen het meetnet voor Frisia ontwierp. Ook aan deze website zal voor dit doel nog het nodige gesleuteld moeten worden. Toch hopen we de eerste meetgegevens al in de eerste maanden van 2022 op deze website zichtbaar te maken.
Afgelopen maand ontving de Parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen een rapport over de voorbije zoutwinning bij Wijnaldum. In het lijvige stuk beschrijft Stichting Winamer Belang de ervaringen over de afgelopen 30 jaar. “Waardevolle achtergrondinformatie”, aldus de enquêtecommissie, want hoewel het parlementaire onderzoek gericht is op de Groninger gaswinning zijn verschillende thema’s, die Winamer Belang aandraagt, wel degelijk vergelijkbaar.
In het rapport zet voorzitter Rinze Post van de stichting grote vraagtekens bij de manier waarop de overheid haar zorgplicht ten opzichte van de inwoners van het gebied heeft ingevuld. Maar hij is ook kritisch op de samenwerking rond de huidige zoutwinning bij Harlingen Havenmond. In de ‘Pilot Harlingen’ werken vijf partijen samen om die zoutwinning zo goed mogelijk te laten verlopen. Naast Frisia Zout zelf zijn dat de Stichting Bescherming Historisch Harlingen (SBHH), Wetterskip Fryslân, Gemeente Harlingen en de Provincie Fryslân.
Voorzitter Jarig Langhout van de SBHH reageert graag op het rapport. “Eigenlijk verdient de Stichting Winamer Belang wel credits voor de Pilot Harlingen zoals die nu vorm krijgt. Je kunt de Pilot beschouwen als een les die we als burgers van Harlingen uit mijnbouwprojecten elders hebben geleerd, wij willen eenzelfde situatie als in Wijnaldum voorkómen. Rinze Post waarschuwt bijvoorbeeld: ‘Meten is weten’ en dat is precies wat we in Harlingen nu doen: 24/7 meten wat zich in de ondergrond afspeelt.“
Overigens wil de SBHH de binnenstad van Harlingen ook bóvengronds in kaart brengen. “Frisia Zout verwacht door de zoutwinning geen schade in Harlingen. Maar wij willen voorbereid zijn op een situatie waarin dat tóch gebeurt. Hoe bewijs je dan je schade? Daarom willen we in samenwerking met Monuscan, een gespecialiseerd bedrijf, de binnenstad heel gedetailleerd via drones vastleggen. Met zo’n bovengrondse nulmeting kun je eventuele schade dan aantonen, en vervolgens dankzij de ‘ondergrondse meetdata’ al of niet toewijzen aan de zoutwinning. Leg je niet vóóraf een nulsituatie vast, dan blijft er altijd twijfel over oorzaak en gevolg. Dat zie je in Wijnaldum, heel zuur.”
“Winamer Belang snijdt dus heel terecht een aantal pijnlijke punten aan”, gaat Langhout verder. “Ook de nazorg bij mijnbouwprojecten bijvoorbeeld, voor eventuele schade die pas na afloop van de winning ontstaat. Minister Blok van EZK erkende onlangs in een brief aan de Tweede Kamer dat de nazorg in ons land veel beter moet. Bij zijn recente bezoek aan Frisia hebben wij minister Blok daarom gevraagd om naar Noors model een ruimhartig en robuust schadefonds te realiseren. In dit fonds zit nu slechts € 250.000,- . Wij vinden dat de mijnbouw daar minimaal 2,5 miljard euro in moet storten om na-ijlende schade te kunnen bekostigen. Ook vinden we het niet meer dan logisch om een soort maatschappelijke plus te realiseren bij elk mijnbouwproject. Met Wijnaldum in het achterhoofd proberen we dat als SBHH vóóraf gewaarborgd te krijgen.”
Dat de Pilot Harlingen “de zoveelste trukendoos” van de provincie en het ministerie van EZK is, zoals Winamer Belang beweert, weerspreekt Langhout stellig. “Het was Oud Harlingen, massaal gesteund door een ledenvergadering in Trebol, die het initiatief voor de Pilot Harlingen nam. Echt een initiatief vanuit de bevolking dus, van onderop. Maar los daarvan onderschrijven we de oproep van Winamer Belang aan de enquêtecommissie om te zorgen dat gedupeerde burgers een rechtvaardige en eerlijke schadeafhandeling krijgen, of ze nu in Harlingen wonen, in Wijnaldum of ergens anders.
Je ziet wel dat er de afgelopen jaren een omslag plaatsvindt, maar we zijn er nog niet."
"In Harlingen hebben we met vijf partijen een gezamenlijk doel omarmd: economie en veiligheid hand in hand laten gaan. Wil je dat bereiken, dan moet het transparanter en meer in samenspraak met de omgeving dan vroeger. Om die reden ontwikkelen we nu ook plannen voor een zoutpaviljoen. Daarin vertellen we zowel het verhaal van het belang van zoutwinning als ook hoe we door uitvoerig te meten negatieve gevolgen voor kunnen zijn en blijven. Met de Pilot Harlingen laten we in de praktijk zien dat dat goed kan werken. Maar dat neemt de frustratie in Wijnaldum natuurlijk niet weg.”
Vóór Frisia Zout de zoutwinning onder de Waddenzee daadwerkelijk startte, is van 2018 tot en met 2020 een nulmeting uitgevoerd. Die is beoordeeld door de Auditcommissie Zoutwinning Waddenzee. De rapportage is van goede kwaliteit en vormt een goed startpunt om de ontwikkelingen in de Waddenzee te volgen, zegt de Auditcommissie. De ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hadden de Auditcommissie om advies gevraagd over de nulmeting.
Frisia Zout heeft toestemming om sinds eind 2020 zout te winnen onder de Waddenzee. Maar de natuur in de Waddenzee mag er niet onder lijden. Als dat wel het geval is wordt de zoutwinning per direct verminderd of stopgezet. Dit is het zogenoemde ‘hand aan de kraan-principe’. Voor dat doel worden elk jaar de effecten van de winning gemonitord. Zo vinden diep in de bodem en op het wad metingen plaats en worden onder andere aanwezige vogelsoorten geteld. De metingen uit de voorbije drie jaren zijn verricht om er toekomstige metingen mee te kunnen vergelijken.
De Auditcommissie vindt de rapporten over 2020 en de gegevens van de driejarige nulmeting van goede kwaliteit. Het geeft een goed beeld van de situatie in het gebied en biedt goede input voor de monitoring.
De Auditcommissie adviseert de ministers om de nieuwste scenario’s voor zeespiegelstijging te beoordelen en aan te geven wat dit betekent voor de maximaal toegestane bodemdaling. Het ‘hand aan de kraan’-principe maakt het de ministers mogelijk om op tijd in te grijpen als de ontwikkelingen toch anders blijken dan Frisia Zout verwacht.
Dit najaar deden vier wetenschappers veldonderzoek op de Ballastplaat, vlak buiten Harlingen, naar gevolgen van zoutwinning.
Jeroen Jansen van Frisia Zout legt uit: ‘Monitoring van de bodemdaling op het wad is onderdeel van onze vergunning. Jaarlijks sturen we een rapport met onze bevindingen aan de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Economische Zaken en Klimaat. Een externe auditcommissie controleert of ons onderzoek deugt, en of ze zich kunnen vinden in de conclusies uit het rapport. Daarover brengt zij advies uit aan de Minister, die dat doorgaans overneemt als besluit. Wanneer blijkt dat de zoutwinning toch onverwachte gevolgen heeft, kan de Minister de productie stilleggen.’
Het onderzoek naar de gevolgen van zoutwinning voor het Wad is complex. Twee grote meetpalen meten de daling van de bodem op grote diepte en eens per jaar wordt de waterdiepte ten opzichte van de bodem gemeten. Viermaal per jaar wordt tijdens veldonderzoek het sediment aan de oppervlakte gemeten. De verwachting is dat wanneer de bodem op grote diepte daalt, dat sediment aangevuld wordt waardoor er per saldo geen verschil is aan de oppervlakte. Toch is die rekensom nog niet zo simpel als die lijkt, legt Jelmer Cleveringa van Arcadis uit: ‘Het Wad is voortdurend in beweging. Denk alleen al aan eb en vloed, maar ook aan het weer: een flinke storm zien wij terug in onze meetresultaten. Ook veranderingen van stromingen, bijvoorbeeld door werk aan de Afsluitdijk, hebben invloed op de waddenbodem. Om die fluctuatie te kunnen onderscheiden van de gevolgen van zoutwinning, doen we al vier jaar metingen.’
Het reguliere veldonderzoek op het Wad wordt uitgevoerd door marien biologen Johan Krol, werkzaam bij Natuurcentrum Ameland, en Nina Fieten, werkzaam bij onderzoeks- en adviesbureau Altenburg & Wymenga. Jansen, zelf marien bioloog, en Jelmer Celvinge, morpholoog bij Arcaris, varen vandaag mee naar de Ballastplaat voor extra onderzoek. Jansen: ‘Als zoutwinning uiteindelijk invloed heeft op de bodem van het Wad, dan is de vraag welk effect dat heeft op populaties van diersoorten. Om dat te monitoren nemen we vandaag ook bodemmonsters bij de meetpunten. Met een grote zeef spoelen we het zand weg, en kijken wat er overblijft: welke diersoorten komen we tegen, hoeveel wormen en hoeveel schelpdieren? Al die gegevens stellen ons uiteindelijk in staat om de effecten van zoutwinning in beeld te brengen’.
De decembernieuwsbrief gaat huis-aan-huis mee met de volgende Harlinger Courant. In de nieuwste nummer onder meer:
De nieuwsbrief is digitaal ook hier te lezen.
De partijen in de Pilot Harlingen zaten vandaag weer samen om tafel om de lopende zaken te bespreken en ontwikkelingen uit te wisselen. Aan de orde kwam onder meer:
Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) ziet er op toe dat de winning van gas en zout onder de Waddenzee veilig gebeurt. Voor het SodM is het daarbij een voorwaarde dat bodemdaling en zeespiegelstijging door opslibing voldoende gecomenseerd wordt. Op de site van SodM is leest u het antwoord op vragen als: Hoe wordt bodemdaling gemeten?, Hoe werkt hand-aan-de-kraan? en Welke bodemdaling is acceptabel in de Waddenzee.
De finromatiepagina vindt u hier.
Woensdag 1 september ging demissionair minister Blok van Economische Zaken en Klimaat tijdens zijn bezoek aan de Waddenregio ook in gesprek op de zoutwinlocatie in Harlingen.
Frisia Zout B.V. gaf de minister een presentatie over het bedrijf en de zoutwinning onder de Waddenzee. Daarbij legde het bedrijf de nadruk op de meerwaarde van Frisia als werkgever en wat zij betekent voor de haven van Harlingen. In de presentatie kwam ook Frisia´s verminderde uitstoot van CO2 aan bod.
Daarna werd de minister rondgeleid in de fabriek, waar hij de nieuwe metaaldetectoren te zien kreeg die Frisia heeft geïnstalleerd om de voedselveiligheid van het voedingszout verder te vergroten.
Aansluitend op de rondleiding sprak minister Blok met de leden van Pilot Harlingen, de Stichting Bescherming Historisch Harlingen en wethouder Paul Schoute van gemeente Harlingen. De bewindsman sprak zijn bewondering uit voor wat de Pilot Harlingen tot nu toe bereikt heeft. Hij benadrukte de meerwaarde van dit samenwerkingsverband. 'De partners kunnen binnen de Pilot afspraken maken die het ministerie niet kan afdwingen, omdat de wet voor iedereen gelijk is', aldus de minister.
Stichting Bescherming Historisch Harlingen greep de gelegenheid aan om bij de minister opnieuw te pleiten voor een 'robuust landelijk schadefonds dat een achtervang kan vormen voor onvoorziene mijnbouwschades én een Gebiedsfonds in elke winningsvergunning'.
In een interview in de Leeuwarder Courant van 30 juli blikt Durk van Tuinen, tot voor kort directeur van Frisia Zout, terug op de afgelopen jaren. Het bedrijf staat nu openheid voor, zegt Van Tuinen: "Je bent toch een 'ongevraagde buurman' die wat uit de ondergrond haalt." Wat dat betreft is er veel veranderd.
De voorganger van Frisia Zout, Frima, begon als eerste bedrijf in Nederland op grote diepte zout te winnen. Maar de technische kennis bij Frima schoot tekort en de snelle bodemdaling leidde tot veel onrust en protesten in de regio. In die jaren werden de zorgen van de streekbewoners ontkend en gebagatelliseerd, erkent de voormalig directeur. Dat er onder zijn leiding een andere wind is gaan waaien bewijst onder andere de Pilot Harlingen. Daarmee wordt de bevolking van Harlingen tegemoet gekomen. "Je moet je altijd blijven realiseren dat je te gast bent", stelt Van Tuinen. Lees het complete artikel hier.
Vanaf 1 november is de Commissie Mijnbouwschade hét loket voor burgers die schade denken te hebben als gevolg van zoutwinning. De Commissie wàs al het nationale meldpunt voor schades door olie- en gaswinning. In de toekomst wordt naar verwacht ook schade door geothermie nog aan het takenpakket toegevoegd.
Voor meldingen is een duidelijke 'doorlooptijd' afgesproken, met beperkte termijnen voor onderzoek en advies, zodat schademelders niet in dezelfde onzekerheid belanden als bij de gaswinning in Gronningen. De Commissie neemt de bewijslast rond de schade over, zodat individuele burgers niet zelf onderzoek hoeven te (laten) doen. Meer over het meldingstraject is te lezen in deze folder.
Vandaag verscheen het julinummer van onze Nieuwsbrief, met uiteenlopende onderwerpen. Karla Hopman vertelt waarom ze haar huis en tuin beschikbaar stelt voor apparatuur van het Aanvullend Meetnet. De eerste meetgegevens om de nulsituatie van de stad in kaart te brengen komen binnen. Laat regen de Harlinger bodem stijgen en zo ja, hoeveel en voor hoe lang? Enkele meetlocaties van het Aanvullend Meetnet zijn aangepast. Waar en waarom? Lees de hele nieuwsbrief hier.
Wilt u de nieuwsbrief voortaan automatisch in uw mailbox ontvangen? Laat dan op deze website uw mailadres achter, rechtsboven op de homepage bij ‘Blijf op de hoogte’. Let op: in verband met privacyvoorwaarden moet u de mail die u vervolgens ontvangt, nog wel bevestigen.
Kun je met de 'hand aan de kraan' zout onder de Waddenzee winnen om zo negatieve effecten op natuurwaarden te voorkomen? De Tweede Kamer vroeg het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat dat te onderzoeken. Dat gebeurde. Hiervoor werd het Adviescollege 'hand aan de kraan' opgericht. Het evaluatieadvies van het college werd gisteren maandag 28 juni door minister Blok aan de Kamer aangeboden.
De brief van Minister Blok aan de kamer vindt u hier. Op de website van de Tweede Kamer vindt u al de betreffende stukken.
Het advies van het Adviescollege (8 januari 2021), 'De toekomst van de Hand aan de Kraan - omgaan met onzekerheden, vindt u hier.
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat kondigde 15 juni aan dat er met bedrijven die zoutwinnen een akkoord is gesloten over een Schaderegeling zoutwinning. Wie schade lijdt door zoutwinning kan vanaf 1 november terecht bij de landelijke Commissie Mijnbouwschade.
De regeling is bedoeld voor woningeigenaren en kleine bedrijven met minder dan 10 werknemers en een omzet van minder dan €2 miljoen per jaar. Voor hen is het volgens het ministerie namelijk een ongelijke situatie wanneer zij het bij schade moeten ‘opnemen’ tegen een zoutbedrijf.
Dat de burger niet alléén de bewijslast op zijn schouders krijgt is positief, vindt de Stichting Bescherming Historisch Harlingen. Toch is de stichting kritisch over de regeling zoals die er nu ligt. "Schades aan kerken of aan bruggen, aan kades of aan gemeentelijke gebouwen vallen bijvoorbeeld buiten de regeling", zegt adviseur Chris Elsinga. "Ook gemeenten, provincies en andere belangengroepen hebben daarom geprobeerd een betere regeling te bewerkstelligen. Die blijft vooralsnog beperkt tot particuliere woningeigenaren en kleine bedrijven."
Jeroen Jansen van Frisia BV in Harlingen is blij met de schaderegeling. ‘De bedenkingen die ik er aanvankelijk bij had zijn verdwenen. Ik dacht dat de situatie er voor de burger met de regeling niet beter op werd. Als zoutbedrijf willen wij mogelijke schade van gedupeerden graag snel zelf afhandelen. Bood de concept-regeling die ruimte niet, in de definitieve regeling is dat gelukkig wel mogelijk. Daarmee kunnen we bij schade snel betalen.’
Jansen begrijpt de kritiek van de Stichting Bescherming Historisch Harlingen. ‘De overheid heeft in de regeling ergens een knip gezet. Zo kunnen woningeigenaren en kleine bedrijven een beroep doen op de Schaderegeling zoutwinning. Mochten bijvoorbeeld kerkbesturen buiten de regeling vallen dan vraag ik hen contact met ons op te nemen. We werken met hen graag aan een oplossing.’
De stakeholders van Pilot Harlingen stelden in mei 2021 het jaarverslag 2020 vast. Het verslag beschrijft beknopt welke activiteiten en ontwikkelingen rondom de zoutwinning bij Harlingen plaatsvonden. Dat betreft onder meer het verloop van de eerste boring, de aanleg van het aanvullend meetnet, alsook wetenschappelijke en politieke ontwikkelingen.
Het jaarverslag kunt u zelf inzien via deze link.
In de kelders van twee monumentale woningen in Harlingen zijn vandaag tiltmeters geplaatst, in opdracht van Frisia Zout. De meetapparatuur registreert mogelijke bodemdaling en trillingen onder het oude centrum van de Friese havenstad. De tiltmeters zijn onderdeel van een uitgebreider meetnet dat de ontwikkelingen in de bodem van Harlingen de komende decennia moet monitoren.
Frisia Zout verplaatst zijn activiteiten van het Friese vaste land naar de Waddenzee. Het bedrijf mag daar de komende drie decennia ruim 30 miljoen ton zout uit de waddenbodem omhoog halen. De zoutproducent voorspelt dat de delfstoffenwinning uiteindelijk maximaal 2 centimeter daling in de Harlinger haven zal veroorzaken. Om zeker te zijn dat geen schade zal ontstaan aan de monumentale binnenstad kwamen Frisia, gemeente, provincie en de Stichting Bescherming Historisch Harlingen in 2019 de aanleg van een meetnet overeen. De eerste meetapparatuur werd in december 2020 geplaatst. Dit voorjaar worden nog diepere peilbuizen geplaatst bij onder andere de Nieuwe Vissershaven, om eventuele daling van de pleistocene laag te signaleren.
Volgens de Pilot Harlingen, het samenwerkingsverband dat het project rond de zoutwinning coördineert, is het de bedoeling dat alle meetgegevens openbaar toegankelijk worden.
Niet alleen via de website, ook via een nieuwsbrief houdt de Pilot Harlingen iedereen die dat wil graag op de hoogte. De derde editie verscheen 22 december en bericht over de aanleg van het Aanvullend Meetnet, en verder onder andere:
• ‘Harlingen en het zout’ terugluisteren
• Staatstoezicht vraagt toekomstplan Frisia
• Zout in de raadszaal
• Huidige winningsvergunning volstaat
• Waarom staan de tiltmeters buiten de bodemdalingscirkel?
• Bij 'Hand aan de kraan' ben je toch altijd te laat?
• Pilot Harlingen krijgt Raad van Advies
De nieuwsbrief is in zijn geheel hier te lezen. Wilt u de nieuwsbrief voortaan automatisch in uw mailbox ontvangen? Laat dan op deze website uw mailadres achter, rechtsboven op de homepage bij ‘Blijf op de hoogte’. Let op: in verband met privacyvoorwaarden moet u de mail die u vervolgens ontvangt, nog wel bevestigen.
Om te weten of en hoe de Harlinger ondergrond reageert op de zoutboringen onder de Waddenzee legt ingenieursbureau Antea een meetnet aan.
Vrijdag 11 december boorde het bedrijf daarvoor bij de Fabrieksstraat. Maandag 14 december volgden boringen bij de Rommelhaven, Zoutsloot en het Franekereind. In januari 2021 volgt ook nog een boring bij de Tjerk Hiddessluizen en worden tiltmeters in kelders geplaatst.
In het plantsoen bij de Fabrieksstraat plaatste Antea op 23 meter onder het maaiveld een tiltmeter op het pleistoceen. Deze meet mogelijke scheefstand (deformatie) in de ondergrond. Om zeker te weten dat de tiltmeter het juiste meet, werd het apparaat verankerd in een uithardende betonspoeling (grout).
Ook bij de Tjerk Hiddessluizen wordt een tiltmeter op 20 tot 25 meter diepte op het pleistoceen geplaatst. Boven het maaiveld wordt op een stelconplaat van 1 bij 2 meter een bijbehorende meetkast geplaatst van 30 x 125 x 70 centimeter.
Bij de Rommelhaven, Zoutsloot en het Franekereind zijn in het holoceen waterspanningsmeters geplaatst. Dit op een diepte van 16 tot 17 meter onder het maaiveld. Van de peilbuizen die hier zijn aangebracht, is de onderste meter opengewerkt en in staat waterstroming te meten. Om de 'open' buis heen is grind aangebracht.
Boven het grind wordt 15 meter droge korrels zwelklei gestort. Onder invloed van water zet deze klei uit en wordt de peilbuis hermetisch afgesloten.
Bovenin de peilbuizen zit een zender die meetresultaten van de waterspanningsmeters doorzendt. De peilbuizen zijn in het straatbeeld niet tot nauwelijks zichtbaar.
Het meetnet wordt in januari 2021 verder uitgebreid met tiltmeters in kelders aan de Zoutsloot en de Rommelhaven. In iedere kelder komen vier meters, op elke hoek één.
Het meetnet onder Harlingen wordt betaald door en aangelegd in opdracht van Frisia Zout bv.
7 september 2020 vroeg de Waddenvereniging het Ministerie Economische Zaken en Klimaat te beoordelen of de bereikte winningslocatie van Frisia Zout strijdig is met het winningsplan en de verleende vergunning op de grond van de Wet natuurbescherming. De caverne die nu door Frisia wordt aangelegd ligt namelijk iets ten zuidoosten van de oorspronkelijk geplande locatie.
De natuurbeschermingsorganisatie is van mening dat de natuurwaarden door de zoutwinning worden aangetast en dat de nieuwe winningslocatie een nieuw winningsplan noodzakelijk maakt.
Minister Wiebes stuurde 26 november zijn antwoord en trekt de conclusie dat er geen wijziging van het winningsplan van Frisia is, want 'in het winningsplan is echter met een onzekerheidsband aangegeven waar de caverne in de ondergrond gevormd gaat worden.' En, 'Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft aangegeven dat de nu gestarte caverne zich binnen deze onzekerheidsband bevindt.'
Frisia heeft vergunning in totaal 32 miljoen ton zout onder de Waddenzee te winnen. Daarvoor maakt het bedrijf vier cavernes met schuine boringen vanaf het vaste land.
In zijn antwoord aan de Waddenvereniging herhaalt minister Wiebes ook zijn toezegging 'om te bezien of bij de beoordeling van individuele projecten meer aandacht zou moeten zijn voor klimaatverandering en de vraag of dit op termijn leidt tot extra kwetsbaarheid van gebieden'.
Daarnaast kondigt Wiebes het advies aan van de door hem ingestelde wetenschappelijk adviescollege 'Hand aan de Kraan Waddenzee'. Uit dit advies - dat eind 2020 of begin 2021 verwacht wordt - moet duidelijk worden of het 'hand aan de kraan- principe werkt bij zout- en gaswinning.
Die kennis is belangrijk om de beoordelen of de bodemdaling door winning van zout of gas te beheersen is door de winningskraan naar wens deels of geheel dicht te draaien. Wanneer dat het geval zou zijn kan beter worden ingegrepen wanneer bodemdaling en/of zeespiegelstijging hier om vragen.
Lees hier het antwoord aan de Waddenvereniging van minister Wiebes.
Al weken werden inwoners van gemeente Harlingen in advertenties van Pilot Harlingen en in uitzendingen van Omroep RSH opgeroepen hun vragen over zoutwinning in te sturen. Dat gebeurde. Tientallen vragen, opmerkingen en meningen bereikten de redactie. De vele bijdragen vormden de rode draad voor de twee uur durende thema-uitzending van dinsdagavond.
Wegens coronamaatregelen was het de redactie niet toegestaan om ook publiek tot de uitzending toe te laten. Daarom kwam de uitzending niet vanuit de kantine van RSG Harlingen, maar gewoon vanuit de eigen studio van Omroep RSH.
In het eerste uur kwamen lokale politici aan het woord, maar ook Harlingers die tijdens eerder opgenomen straatinterviews hun mening konden geven en vragen konden stellen.
Aan de hand van alle ingezonden vragen voelden presentatoren Simone Scheffer en Doede van de Hoek zes gasten aan de tand.
Kwam Theodoor Kockelkoren van het Staatstoezicht op de Mijnen via een telefoonverbinding aan het woord, in de studio waren Durk van Tuinen (Frisia Zout), Ruud Cino (ministerie van EZK), Peter van der Gaag (ontwerper van het Aanvullend Meetnet), Nico Pellenbarg (huiseigenaar) en Chris Elsinga als vervanger van de zieke Jarig Langhout (Stichting Bescherming Historisch Harlingen) bij de uitzending aanwezig.
Nu de uitzending achter de rug is bundelt Pilot Harlingen alle vragen en antwoorden en publiceert deze volgende week in een speciale uitgave van de digitale nieuwsbrief die Pilot Harlingen uitgeeft.
Ontvangt u die nieuwsbrief nog niet, schrijf u daarvoor dan in via de link op deze site. U vindt de link rechtsboven in de homepage.
De uitzening is op deze site terug te beluisteren.
Dinsdag 24 november wijdt Omroep RSH een thema-uitzending aan de zoutwinning door Frisia Zout en de effecten daarvan voor de stad. Iedereen kan vragen aandragen, die in het programma besproken zullen worden. De uitzending is van 19.00 tot 21.00 uur te volgen via www.omroeprsh.nl en via de radio op 106.2 Mhz of 104.1 Mhz (kabel).
Het programma wordt opgebouwd rond vragen die bij de redactie van Omroep RSH binnenkomen. Aan de hand daarvan gaan presentatoren Doede van de Hoek en Simone Scheffer betrokkenen bij de zoutwinning aan de tand voelen. Naast Frisia Zout zijn dat onder andere Ruud Cino van het ministerie van EZK, de ontwerper van het Aanvullend Meetnet Peter van der Gaag en Theodor Kockelkoren van het Staatstoezicht op de Mijnen. Ook Jarig Langhout is in de studio, voorzitter van de Stichting Bescherming Historisch Harlingen.
Het is nog steeds mogelijk de redactie van Omroep RSH vragen mee te geven voor de thema-uitzending. Stuur uw opmerking of zorg naar info@pilotharlingen.nl en wie weet hoort u uw vraag komende dinsdag in de uitzending terug.
Gemeenteraad Harlingen informeerde zich opnieuw over de zoutwinning met een openbare informatieve commissie. De zitting kunt u op internet terugkijken.
Tijdens de zitting gaven Jeroen Jansen (Frisia Zout BV), Jarig Langhout (Stichting Bescherming Historisch Harlingen) en Peter van der Gaag (Holland Innovation Team) een inleiding.
Frisia Zout: 'Wij hebben vertrouwen dat op land de bodem maar zeer beperkt zal dalen'
(opname presentatie Frisia begint op 09.24)
Jansen vertelt de raad over de voortgang van de zoutproductie onder de Waddenzee. Op dit moment ontwikkelt zijn bedrijf een eerste zoutcaverne die eerder breed dan hoog moet worden.
De boring naar de eerste locatie is uiteindelijk 260 meter opgeschoven in zuidoostelijke richting.
De totale bodemdaling wordt volgens Jansen uiteindelijk bepaald door de winning uit vier putten. Voor die zichtbaar is zijn we echter heel veel jaren verder.
Jansen benadrukt dat Frisia er van overtuigd is dat de mate van bodemdaling tussentijds te sturen is en voortdurend wordt gemonitord. Het toezicht hierop wordt uitgevoerd door SoDM.
De kwaliteit van het Harlinger zout is volgens Jansen van een hoge kwaliteit en van groot belang voor de chemische industrie wereldwijd.
Stichting Bescherming Historisch Harlingen: 'Het opstellen van een goed schadeprotocol kjellet swier'
(opname presentatie SBHH begint op 43.25)
Voorzitter Langhout van de stichting geeft de raad een opsomming van de activiteiten die SBHH het laatste jaar onder handen heeft genomen. Daarbij staat veiligheid altijd voorop. Langhout vertelt dat een motie die tijdens een jaarvergadering van de Vereniging Oud Harlingen is aangenomen, de leidraad vormt voor het werk van de stichting. De motie omvat onder andere de aanleg van een meetnet, winnen met de hand aan de kraan, instellen van een afdoende schadefonds en open communicatie.
Het meetnet, vertelt Langhout, wordt in de laatste weken van dit jaar aangelegd. En hoewel Frisia de beurs trok om het meetnet mogelijk te maken is het de stichting die de gegevens gaat beheren. Mocht er enige vorm van schade komen dan zullen de meetgegevens een belangrijke rol spelen om te duiden waar die schade door ontstaat. Dat kan volgens Langhout meer zijn dan de zoutwinning alleen.
Ander speerpunt dat Langhout belicht is het schadefonds. De stichting wil dat er een schadefonds wordt opgericht voor de stad en 'mensen die aan de zeedijk wonen'.
De totstandkoming van een goed schadeprotocol voor de zoutwinning gaat niet van een leien dakje. Langhout zegt dat het 'swier kjellet', maar is toch ook positief dat minister Wiebes de zorgen van de stichting deelt en niet wil 'dat Harlingen met schade achterblijft'. Het schadeprotocol zou nog dit jaar van kracht moeten worden.
Peter van der Gaag - geoloog en hydroloog: 'Met tiltmeters kun je afwijkingen op bodemdaling goed meten'
(opname presentatie Van der Gaag begint op 1.36.00)
Van der Gaag geeft een toelichting om het meetnet dat hij voor Harlingen ontworpen heeft. Daarvoor gebruikt hij onder meer tiltmeters. Van der Gaag legt uit dat dit - simpel gezegd - loodrecht op elkaar staande elektronische waterpassen zijn. Daarmee kun je meten wat de diepste dalingen en de grootste stijgingen zijn en een correcte bodemdalingskaart maken.
De tiltmeters geven een relatie tussen de hoeveelheid massa die je uit de grond haalt en de reactie aan het maaiveld. Tiltmeters kunnen dit heel goed bepalen. 'Bodemdaling leidt niet tot scheurvorming. Bodemdaling kan wel leiden tot economische schade, bijvoorbeeld wanneer je de zeedijk bij daling moet ophogen. Scheefstelling is de boosdoener met betrekking tot schade.'
Scheefstelling kan echter ook komen door onttrekken van grondwater.
'We kunnen vrij adequaat, bijna voor 99%, voorspellen hoe de bodemdalingsschotel er uit gaat zien. Met tiltmeters kun je afwijkingen op die voorspelling goed meten'.
De Raad van State buigt zich momenteel over een door de Waddenvereniging aangespannen zaak over gaswinning. De vraag is daarbij of de wadplaten middels het Hand Aan de Kraan principe (HAdK) wel goed beschermd worden. Ofwel neemt de bodemdaling wel in voldoende mate af als de gaswinning wordt beëindigd omdat de zeespiegel onverhoopt sneller gaat stijgen?
Minister Wiebes en De NAM en minister Wiebes (ministerie van Economische Zaken en Klimaat) denken dat de totale oppervlakte aan wadplaten onder gaswinning niet te leiden heeft. De Waddenvereniging denkt dat wel en stelt dat de Waddenzee door bodemdaling ten gevolge van gaswinning 'zal verdrinken'.
Aan het verschil van mening ligt een verschil van inzicht ten grondslag over de berekening van de snelheid van zeespiegelstijging. Daarnaast is er de vraag of je bij gaswinning wel kunt werken met winning met de hand aan de kraan. Door de winningskraan dicht te draaien zouden dan verder gevolgen direct uitblijven.
De Raad van State moet nu antwoord geven op de vraag of minister Wiebes van Economische Zaken van de berekeningen voor zeespiegelstijging van TNO uit mocht gaan. Dezelfde discussie speelde een paar jaar geleden voor de zoutwinning. Toen stelde de Raad van State de Minister in het gelijk. Komt de Raad dit keer tot een andere conclusie, dan kan het dat oordeel ook gevolgen hebben voor de zoutwinning onder de Waddenzee.
Jeroen Jansen van Frisia Zout volgt het geschil nauwlettend. 'De zitting gaat over verschillende zaken, waarvan de meesten relevant zijn voor Frisia. Op onze winning hebben ze echter niet direct effect.
'Het belangrijkste onderwerp tijdens de zitting is die van zeespiegelstijging en hoe je die berekent. Ik denk dat de Waddenvereniging dit niet goed beoordeelt. De scenario´s die voor HAdK gehanteerd worden, moeten zo realistisch mogelijk zijn voor de korte termijn van 5 jaar.
De metingen langs de kust tonen aan dat de zeespiegel hier nauwelijks stijgt. Deze lokale ontwikkelingen is heel anders dan het wereldwijde gemiddelde.
Natuurlijk wil de Waddenvereniging dat anders zien. Het implementeren van een dergelijk mondiaal scenario zou de gebruiksruimte voor mijnbouw in één keer opvullen, waardoor de mijnbouw dan moet stoppen. Dat is echter niet correct en ook nergens voor nodig.
Het zeespiegelstijgingscenario voor HAdK is logischerwijs zeer vergelijkbaar met het scenario dat gebruikt wordt om het volume aan jaarlijkse zandsuppleties langs de NL kust te bepalen.'
Eenvoudig is de materie volgens Jansen geenszins: 'Het probleem met dit onderwerp is dat het zo complex is dat zelfs specialisten en rechters er soms in vast lopen. De uitspraak is dan ook spannend en kan effecten hebben op Frisia.'
Hieronder het volledige bericht van de Harlinger Courant:
30-10-2020 om 11:17
Rechtszaak over gasboringen heeft mogelijk gevolg voor zoutwinning
DEN HAAG – Hoe gaat de Raad van State oordelen over drie gaswinningsprojecten in de Waddenzee? Een negatief oordeel daarover kan ook de zoutwinning van Frisia in zijn val meeslepen. De kritiek van de Waddenvereniging op de gaswinning en de zoutwinning zou wel eens tot een dubbelslag kunnen leiden. Beide projecten kunnen alsnog onderuitgaan, omdat minister Wiebes van Economische Zaken toch onvoldoende oog heeft gehad voor de bodemdaling in de Waddenzee. Hij vindt zelf dat de gaswinning geen kwaad kan.
De Waddenvereniging bestreed deze week bij de Raad van State drie besluiten van Wiebes over de gaswinning bij Blija, Moddergat en Vierhuizen. Daarin speelt de zogeheten veilige gebruiksruimte voor de gasboringen een cruciale rol. Dat is de ruimte waarin een evenwicht is gevonden tussen de bodemdaling door de gaswinning en de zeespiegelstijging enerzijds en de aanwas van zand op de bodem van de Waddenzee anderzijds.
Want wat niet mag gebeuren, is dat dit Europees beschermde natuurgebied permanent onder water komt te staan door bodemdaling en hoog water. Dan vallen de wadplaten niet meer droog en verdwijnt er een belangrijk leefgebied voor vogels en zeehonden. “De Waddenzee dreigt te verdrinken”, aldus Auke Wouda, raadsman van de Waddenvereniging.
De woordvoerders van Wiebes en gasboorder NAM vinden dat het evenwicht is gevonden. Dat blijkt uit berekeningen van de verwachte bodemdaling, de zeespiegelstijging en het herstelvermogen van de Waddenzee door de aanwas van zand.
De Waddenvereniging veegt met die berekeningen de vloer aan. Ze zijn achterhaald, inconsequent en veel te optimistisch.
In de berekeningen van Wiebes is dan wel een evenwicht gevonden dat NAM de ruimte geeft om gas te winnen, maar daarover bestaan dus grote twijfels. Als de zeespiegelstijging groter is dan Wiebes nu aanneemt, dan valt zijn hele rekensom in duigen. Dan komt er simpelweg toch meer water in de Waddenzee. Daar kan de bodemaanwas dan niet meer tegen op.
Zoutwinning
Voor de Raad van State is het nu de vraag of de berekeningen van Wiebes realistisch zijn. Toen de Raad enkele jaren geleden akkoord ging met de zoutwinning onder de Waddenzee kreeg het ministerie nog het voordeel van de twijfel van de Raad. Er zou namelijk worden gewerkt volgens het hand-aan-de-kraanprincipe. En de aannames over bodemdaling, zeespiegelstijging en bodemaanwas waren volgens de Raad realistisch. Bij dreigende overschrijding van de gebruiksruimte voor zoutwinning kon de hand aan de kraan om die dicht te draaien.
Datzelfde principe geldt nu ook voor de gaswinning. Volgens de Waddenvereniging heeft de minister echter nagelaten om de nieuwste wetenschappelijke inzichten over de zeespiegelstijging mee te wegen. Zoals die van VN-klimaatorganisatie IPCC en het KNMI. Die gaan uit van een veel snellere stijging. Wiebes wijst die van de hand. Hij gaat uit van inzichten van TNO. Maar volgens de Waddenvereniging is TNO geen expert op het gebied van zeespiegelstijging. Verder zou de minister met zeer onaannemelijke prognoses werken over de zeespiegelstijging.
Als de Raad de aannames van Wiebes niet overneemt omdat ze niet meer realistisch zijn, dan gaat zijn hele berekening over de gebruiksruimte voor de gaswinning onderuit. En dat heeft ook gevolgen voor de gebruiksruimte die geldt voor de zoutwinning.
Die gebruiksruimte wordt net als bij de gaswinning elke vijf jaar opnieuw beoordeeld. Met de nieuwe wetenschappelijke inzichten van IPCC en KNMI zal de gebruiksruimte voor de zoutwinning waarschijnlijk niet meer kunnen overleven. “Komt er dit keer geen realistisch scenario voor de zeespiegelstijging, dan is er snel geen ruimte meer voor de zoutwinning”, stelt Esmé Gerbens van de Waddenvereniging.
De Raad oordeelt binnen enkele maanden over de gaswinning.
Wat betekent de winning van zout onder de Waddenzee voor Harlingen en de inwoners van de havenstad? Die vraag stelt Omroep Radio Stad Harlingen zich de komende vijf weken in het zaterdagprogramma Afslag Harlingen tussen 11 en 13 uur. De vijf onderwerpen die successievelijk aan de orde komen, vormen de opmaat voor een speciale thema-uitzending dinsdagavond 24 november van 19 tot 21 uur. De thema-uitzending wordt gepresenteerd door Simone Scheffer en Doede van de Hoek.
Zaterdag 24 oktober zendt Radio Stad Harlingen om 11.45 uur het eerste portret in een serie van vijf uit. Hierin staan Anneke Visser van Vereniging Oud Harlingen en Jarig Langhout van Stichting bescherming Historisch Harlingen centraal. Zij vertellen over de zorgen die ze hebben over de toekomst van de monumentale stad en hoe zij deze willen beschermen tegen mogelijke negatieve gevolgen van de delfstofwinning.
Zaterdag 31 oktober zendt Radio Stad Harlingen om 11.45 uur het tweede portret uit. Daarin staat Frisia Zout centraal en verhaalt directeur Durk van Tuinen over zijn bedrijf.
Ook de volgende drie portretten worden steeds op zaterdag om 11.45 uur uitgezonden.
‘Harlingen en het zout’ is een co-productie van Radio Stad Harlingen en Pilot Harlingen.
Zout wordt in diepe aardlagen gewonnen door met pijpleidingen water in te brengen. Het water lost het aanwezige zout op en kan als pekelwater weer omhoog worden gepompt. De ruimte die door de winning ontstaat, heet caverne.
Bij de winning van zout wordt ook diesel gebruikt. Deze wordt in de bovenste laag van de caverne gepompt en drijft op het aanwezige water dat eerder voor de winning is ingebracht.
Omdat diesel op water drijft vormt het een barrière tussen het water en het plafond van de caverne. Op die manier breidt de caverne zich gedurende de winning enkel in de breedte uit en niet in de hoogte.
Op verzoek van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) onderzochten mijnbouwmaatschappijen of er alternatieven zijn voor het gebruik van diesel. Aan dat verzoek voldoet Frisia nu bij de zoutwinning onder de Waddenzee. In plaats van diesel gebruikt het bedrijf, met goedkeuring van SodM, GTL.
GTL is een vorm van diesel, maar zonder giftige toevoegingen. Wanneer GTL in het milieu komt is het iets minder schadelijk dan diesel. De kans dat het GTL uit de cavernes het aardoppervlak ooit bereikt en daar natuurwaarden kan aantasten is volgens Frisia geheel uitgesloten.
Vanuit het kantoor van Frisia directeur Durk van Tuinen heb je uitzicht op de Waddenzee en twee gele meetpalen. Deze staan enkele kilometers uit de kust en geven enig idee van de omvang van het gebied waar Frisia Zout de komende dertig jaar zout mag winnen. In totaal gaat het om maximaal 32 miljoen ton. Door uit de diepe ondergrond te winnen zal de bodem na enige jaren dalen. Berekeningen voorspellen dat die daling bij de havenmond van Harlingen, en daarmee ook het bedrijfsterrein van Frisia, maximaal 2 centimeter bedraagt.
Rumoerige beginfase
De geschiedenis van Frisia Zout gaat al een kwart eeuw terug. In 1995 ontstond het bedrijf als Harlinger Zoutfabriek Frima uit een particulier initiatief van Geert Talman. In 2000 gaat Frima als Frisia verder. Het bedrijf wordt dan overgenomen door ESCO dat zelf weer een dochter is van Kali und Salz.
25 jaar na de start heeft Frisia 120 werknemers in vaste dienst en biedt het bedrijf indirect werkgelegenheid aan nog eens een zelfde aantal mensen.
Frima wint het eerste zout in Noordwest-Friesland onder andere bij de dorpen Wijnaldum, Sexbierum, Tzummarum en Oosterbierum. In die dorpen ontstaat in het begin van de nieuwe eeuw nogal wat rumoer, omdat de bodem er veel sneller daalt dan gedacht. Het haalt de landelijke media en Trouw kopt in maart 2004 zelfs ‘Wanhoop rond Friese zoutwinning’.
Niet meer met de rug naar de samenleving
‘Frima, de voorganger van Frisia, stond met de rug naar de samenleving’, zegt Van Tuinen. ‘De bodemdaling verliep in het gebied heel anders dan gedacht en daarmee hadden we het niet onder controle. Wij, maar ook officiële instanties als het Ministerie van Economische Zaken en het Staatstoezicht op de Mijnen, bagatelliseerden de zorgen van de mensen in de regio en dat gaf een vertrouwensbreuk.’
Volgens Van Tuinen heeft Frisia Zout haar lessen uit het verleden geleerd. ‘We realiseerden ons dat we anders met onze omgeving om moesten gaan wanneer we hier nog 30 jaar vooruit wilden.’ Wanneer in diezelfde tijd ook ESCO – het moederbedrijf van Frisia – vraagt waar het Harlinger bedrijf over 30 jaar grondstoffen denkt te kunnen winnen, komt de Waddenzee in beeld.
Tussen de eerste plannen daarvoor en de daadwerkelijke winning begin september, zaten vele jaren. Tijd die nodig was om alle benodigde vergunningen te verkrijgen.
Een van de ijkpunten in dit proces is de pkb Waddenzee (2007) die stelt dat het kabinet - met uitzondering van gas - voor ‘nieuwe opsporing en winning van overige diepe delfstoffen onder de Waddenzee […] geen vergunningen verleent, totdat er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel meer bestaat dat er geen schadelijke gevolgen zijn voor de natuur- en landschapswaarden van de Waddenzee.’
Opening van zaken
Voor Frisia is het dan zaak er voor te zorgen dat de deur niet definitief in het slot valt. Het bedrijf dient zijn zienswijze in, waarbij het betoogt dat zoutwinning zonder schade mogelijk is. Wanneer het Ministerie van Economische Zaken de zienswijze honoreert vraagt minister Maria van der Hoeven Frisia niet direct een concessie aan te vragen, maar eerst een Milieueffectrapportage uit te voeren. Zo gebeurt het ook.
Van Tuinen: ‘Wij hebben in dat voortraject heel veel geïnvesteerd. We kozen er nu voor steeds andere partijen om tafel te hebben en opening van zaken te geven. Ieder kwartaal nodigden we ‘groene wetenschappers’ uit om onze onderzoeksgegevens met hen te delen en van hen te horen wat zij er van dachten. Toen de Milieueffectrapportage was afgerond hebben we ook beloofd hen jaarlijks op de hoogte te houden. En dat doen we ook. Ieder jaar hebben we hier de bijeenkomst met deze groep ‘groene wetenschappers’. Daar bespreken we het monitoringplan voor effecten op de natuur van de Waddenzee.’
Zorgen voor de veiligheid van de stad
Terwijl Frisia Zout de omslag maakt en haar omgeving wil betrekken bij de plannen en vorderingen om zout onder het wad te winnen, komt vooral door de gaswinning in Groningen delfstofwinning verder in een kwaad daglicht te staan.
Ook in Harlingen leven onder de bevolking zorgen over de winning van zout en gas, en de mogelijke gevolgen die dit op de stad en haar vele monumenten kan hebben. Het leidt tot de oprichting van de Stichting Bescherming Historisch Harlingen (SBHH).
‘Frisia heeft last van het Groningen-dossier’, stelt Hendriks. ‘Wij zijn dan ook dankbaar dat de stichting er is. Ze zijn kritisch, maar stellen zich tegelijkertijd ook constructief op. Ze zijn niet tegen de zoutwinning, maar willen zekerheid dat er niets met de huizen in de stad gebeurt. Wij snappen hun zorg, maar zijn er van overtuigd dat er met de stad niets gaat gebeuren.’
De gesprekken tussen de stichting en Frisia lopen sinds 2017 en groeien langzaam uit tot een bijzondere samenwerking waarbij ook gemeente Harlingen, Provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân zich aansloten. De vijf sloten onder de naam Pilot Harlingen een samenwerkingsovereenkomst waarin de veiligheid van de stad centraal staat.
Frisia belooft de stichting en andere partners om te winnen met de hand aan de kraan. Wanneer de bodemdaling sneller en/of forser optreedt dan de prognose voorspelt, wordt de kraan dichter of zelfs helemaal dicht gedraaid.
Geen schijn meer van partijdigheid
Of en hoeveel bodemdaling optreedt meet Frisia op het wad bij de twee gele palen in zee. Op verzoek van SBHH worden dit najaar in de stad onder andere ook 11 tiltmeters geplaatst in historische panden. Dit meetnet kan zowel veranderingen in de diepe ondergrond als in hogere lagen registreren.
Om de schijn van partijdigheid te vermijden is het volgens Hendriks aan de stichting om de gegevens uit te lezen en te interpreteren. Hij waarschuwt de stichting daarbij wel: ‘Wees naar de bevolking niet al te stellig alsof je met die meetgegevens plots zeker weet wat er gebeurt en wat de oorzaken zijn. Dat is niet zo. Je zult het publiek duidelijk moeten maken dat de stichting zelf ook moet leren hoe ze die gegevens moet interpreteren.’
Sinds begin september wint Frisia nu zout onder het wad, een cruciaal moment voor het bedrijf. Het leidde tot grote opluchting onder de werknemers. ‘Iedereen snapte dat het voortbestaan van Frisia van het succes van de boring afhing’, zegt Bart Hendriks. ‘De onzekerheid was groot.’
Al lange tijd voert Frisia per schip maandelijks 80.000 ton laagwaardig zout uit Duitsland aan om het in Harlingen tot hoogwaardig zout te verwerken. Een dure, niet rendabele oplossing om het bedrijf draaiend te houden tot de winning onder het wad op gang is gekomen. Hendriks: ‘Dat we mochten gaan winnen hebben we met onze mensen gevierd, maar wel sober. De hele dag heeft hier de ijskar van de Harlinger ijssalon Min 12 gestaan. Meer wilden we er ook niet van maken, want het hele traject tot de winning was al zo veel duurder geworden.’
Download hier de long read als pdf.
De bodem van Nederland is in beweging. Dat heeft tal van oorzaken. Bijvoorbeeld delfstoffenwinning, oxidatie van veengronden omdat we water uit polders pompen, aanleg van wegen, tunnels, viaducten en nieuwbouwwijken.
Bodemdalingskaart.nl is bedoeld voor een zo breed mogelijk publiek. Het geeft informatie over actuele bodembeweging en is gekoppeld aan verschillende thema's zoals delfstoffenwinning, droogte, verouderende infrastructuur, energie, transport en veiligheid.
De ('geodetische') bodemdalingskaart die op de site getoond wordt staat los van de voorspellingen van bodemdaling op basis van fysische processen.
Bodemdalingskaart.nl is een samenwerkingsproject van universiteiten, kennisinstituten en bedrijven.
Frisia heeft er hard aan gewerkt en lang op moeten wachten, maar deze week is het zo ver en begint het bedrijf zout te winnen onder de Waddenzee. Minister Wiebes gaf hiervoor deze week zijn goedkeuring. De laatste hobbel werd genomen nu de onafhankelijke Auditcommissie Zoutwinning Waddenzee de zogenaamde 'nulmeting' die Frisia liet uitvoeren, positief heeft beoordeeld.
De Auditcommissie is adviseur de ministers van Economische Zaken en Klimaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
De nulmeting brengt in kaart wat de huidige natuurwaarden zijn voor de kust van Harlingen zijn in het gebied waaronder Frisia zout gaat winnen. Door ook tijdens de jarenlange winning voortdurend te onderzoeken of daar verandering optreedt, kan worden ingegrepen wanneer dat nodig. Bijvoorbeeld omdat de bodem te snel daalt of wanneer dit nodig is om de natuur te beschermen.
Technisch directeur van Frisia Zout Bart Hendriks zegt hierover: 'We winnen met de hand aan de kraan en kunnen ingrijpen wanneer uit de voortdurende monitoring blijkt dat dit gewenst is.' Het oordeel of er aanleiding is om in te grijpen ligt bij de onafhankelijke Auditcommissie.
Verwacht wordt dat bodemdaling in de diepe ondergrond pas optreedt nadat al enige jaren zout wordt gewonnen. In totaal heeft Frisia vergunning om 32 miljoen ton zout onder de Waddenzee te winnen.
Persbericht Frisia 8 september 2020
Sinds 1 juli kent Nederland een Commissie Mijnbouwschade. Afgezien van 'Groningen' gaat deze nieuwe commissie alle mijnbouwschades in Nederland afhandelen, laagdrempelig voor de burger. Van de samenwerkende partijen in de Pilot Harlingen is echter nog niemand erg enthousiast. Het protocol voor schade door zoutwinning is een soort kopie van het protocol voor gaswinningsschade. "De mogelijke gevolgen van gaswinning zijn echt anders dan die van zoutwinning", vindt Provincie Fryslân. "Schade door aardbevingen is niet hetzelfde als schade door bodemdaling." Frisia Zout is evenmin content. "Maar het ministerie gaf aan dat er niet al teveel meer aan het concept veranderd kon worden."
Mede namens gemeente Harlingen schoof de SBHH woensdag op het ministerie van EZK aan voor een overleg. De gemeente onderschrijft de lijvige reactie van de stichting, die tevoren al richting Den Haag was verstuurd (zie sbhh.nl). "Het protocol is wat ons betreft matigjes. Door de strakke kaders van de regeling vallen te veel schadegevallen buiten de boot", vindt voorzitter Jarig Langhout van de SBHH. "Bijvoorbeeld kerken en gemeentelijke panden, en schade in gebieden met minder dan 2 cm scheefstand." Een woordvoerder van de gemeente stelt: "Het ministerie had beter maatschappelijke input kunnen vragen vóór ze de Regeling vaststelde." De gemeente gaat ook nog via een gezamenlijke reactie van de Vereniging Nederlandse Gemeenten richting Den Haag reageren.
Positief is wel, dat de kritiek woensdag in Den Haag is erkend. En: er is nog tijd om het voor de zoutwinning in Harlingen alsnog beter geregeld te krijgen, omdat de bodemdaling hier naar verwachting de eerste jaren nog niet aan de orde is. Hopelijk wordt een gesprek met de Commissie Mijnbouwschade een aanzet om de goede Haagse intenties alsnog beter vorm te geven.
Meer dan een jaar is er direct naast de fabriek van Frisia Zout gewerkt om een boortoren te bouwen en een weg naar de zoutlaag te boren. Zo'n boring is een kostbare geschiedenis. Technisch directeur Bart Hendriks ziet de vrachtwagens met materialen dus zonder spijt vertrekken. "Je kunt rustig zeggen dat het een spannende tijd was."
Het afbreken van de boorlocatie neemt enige weken in beslag, en wordt naar verwachting rond 22 augustus afgerond. Wie wil bekijken hoe de boortoren het afgelopen jaar werd opgebouwd en in gebruik werd genomen, kan dat doen via oude beelden van de webcam op het Frisia-terrein. Die zijn hier te zien, te beginnen op 22 mei 2019.
Frisia Zout gaat vooreerst verder van de stad af zout winnen, dan vorig jaar nog de bedoeling was.
In eerste instantie was locatie Havenmond 1 (HM-1) de beoogde plek om de zoutwinning te starten. De vergunning van Frisia gaat uit van uiteindelijk maximaal 4 cavernes. De eerstkomende jaren wordt echter maar één zo'n zoutholte gemaakt: op de meest noordoostelijk gelegen locatie (HM-2). "Na alle extra kosten van de afgelopen maanden moeten we nu eerst geld verdienen", zegt technisch directeur Bart Hendriks. Hij verwacht dat het wel vijf jaar kan duren alvorens met een tweede caverne kan worden gestart, dichterbij de oorspronkelijke plek.
Om duidelijkheid te scheppen is een nieuw kaartje gemaakt, met een voorlopige prognose van de dalingscontouren van de komende havenmondboring. De cirkels schuiven op in noordoostelijke richting: wat verder van de stad, maar wat dichter naar de dijk. Die zal naar verwachting dus over een grotere afstand dalen, en verder, dan in de eerdere opzet.
De bodemdalingsschotel op het nieuwe kaartje is gebaseerd op een totale productie van 16 miljoen ton zout uit deze caverne. In totaal heeft Frisia vergunning voor 32 miljoen ton. De toekomstige tweede caverne zou dus opnieuw 16 miljoen ton zout moeten opleveren. "Of dit in de praktijk haalbaar is, zal de toekomst moeten uitwijzen", aldus Bart Hendriks.
Het kaartje is gebaseerd op huidige inzichten. Meerdere keren per jaar wordt via een uitgebreid monitoringsprogramma gemeten of de wadplaten 'volgens planning' verzakken. Verloopt dit anders of sneller, dan kan de winningskraan dicht(er) worden gedraaid.
Na maandenlange vertragingen is Frisia Zout nu dan toch waar het zijn wil: in de zoutlaag onder de Waddenzee. "De boring is nu in de laatste fase", laat directeur Durk van Tuinen weten. "De 11¾-inch productiebuis is 'gerund' (ofwel ingebracht) en getest. De volgende en laatste stap is het runnen van de 7-inch productiebuis." Tijd is geld, dus Frisia hoopt dat de boortoren vóór het eind van de maand weer weg is.
Dat het bedrijf er technisch klaar voor is, wil nog niet zeggen dat het ook al daadwerkelijk kan beginnen met zoutwinning. Minister Wiebes wil daarvoor eerst groen licht van de Auditcommissie, die het monitoringsplan van Frisia beoordeelt. De monitoring moet uitwijzen of er schadelijke effecten voor de Waddennatuur optreden. Over de 'nulmeting' over 2018 oordeelde de commissie inmiddels overwegend positief; over het rapport over 2019 is nog geen uitsluitsel. Pas wanneer de Auditcommissie tevreden is, mag Frisia starten met zoutwinning.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat wil graag actiever gaan meewerken aan de Pilot Harlingen. Ze ziet de samenwerking in Harlingen als voorbeeld voor mijnbouwprojecten elders in het land. Dat verklaarde topambtenaar Ruud Cino 23 juli tijdens een Haags overleg met het bestuur van de SBHH. "Ik ken geen ander delfstofwinningsproject waarbij vanuit de bevolking is gezegd: laten we kijken wat er mogelijk is binnen de grenzen van veiligheid van inwoners en leefomgeving."
Op onderdelen is de aanpak al overgenomen bij andere mijnbouwprojecten, en het Ministerie wil daar graag een extra impuls aan geven. Er komt vanuit het Ministerie geld beschikbaar om de Pilot Harlingen verder te ontwikkelen. Ook wordt er formatie vrijgemaakt om actiever, in persoon, een bijdrage te leveren aan de Pilot.
Vorig jaar liet minister Wiebes al weten "de mogelijkheden [te bezien] om deze constructieve vorm van lokale samenwerking ook elders in het land toe te (laten) passen." Hij schreef dat in de adhesiebetuiging die hij aan de Samenwerkingsovereenkomst liet hechten die Frisia Zout, gemeente Harlingen, provincie Fryslân en de Stichting Bescherming Historisch Harlingen toen ondertekenden.
De partners in de Pilot zetten alles op alles om nog dit jaar het Aanvullend Meetnet aan te leggen. "We hebben een flink aantal jaren tijd om de nulsituatie van de Harlinger bodem in kaart te brengen", zegt voorzitter Jarig Langhout van de SBHH, "en die tijd willen we zo optimaal mogelijk benutten." Ook Frisia Zout wil vaart in het proces. "Maar het moet wel zorgvuldig", zegt directeur Durk van Tuinen van het bedrijf. "Het meetnet moet gegevens opleveren waarvan we met z'n allen zeggen: dat is precies wat we willen weten."
Het traject heeft meer voeten in aarde dan vorig jaar werd gedacht, toen Frisia in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst toezegde de kosten van de aanleg van het Aanvullend Meetnet voor zijn rekening te zullen nemen. "Verschillende bureaus hebben inmiddels de panden en andere locaties bekeken waar de meetapparatuur geplaatst zou moeten worden. Hun offertes zijn binnen", vertelt Jarig Langhout. "Maar die leidden wel tot nieuwe vragen. De kortste klap is dan met z'n allen om tafel te gaan om duidelijkheid te scheppen. Dat hebben we vandaag gedaan."
Elk kwartaal spreken de samenwerkende partijen de lopende zaken rond de zoutwinning door. Ook vragen en zorgen vanuit de samenleving kunnen dan worden besproken. Vrijdag 3 juli kwam onder meer de voortgang van de boring uitgebreid aan de orde. Frisia zout startte in november 2019 met boren, maar kreeg daarna tweemaal te kampen met technische problemen. Via een zogenoemde 'sidetrack' wordt nu geprobeerd alsnog de zoutlaag te bereiken. Daardoor gaat de boring op een andere plek 'landen' dan eerder gepland. De exacte locatie is op dit moment nog niet duidelijk.
Voor het Aanvullend Meetnet hebben twee bureaus offerte gedaan. Omdat ze onderling zoveel afwijken wordt binnenkort een bijeenkomst belegd, waarbij ook de SBHH en Peter van der Gaag aanwezig zullen zijn. In de Samenwerkingsovereenkomst is aangegeven dat het Aanvullend Meetnet vóór de daadwerkelijke zoutwinning operationeel zal zijn.
Bekeken zal worden of huidige meetgegevens van Rijkswaterstaat, Wetterskip, gemeente en provincie waardevol zijn om in combinatie met de gegevens van het Aanvullend Meetnet de nulsituatie van Harlingen nog beter in kaart te brengen.
De gemeente heeft van het Ministerie van EZK informatie ontvangen over de werking van de nieuwe commissie Mijnbouwschade. Dit wordt binnenkort gedeeld met de gemeenteraad en ook de stakeholders zullen deze informatie ontvangen.
Minister Wiebes heeft de Tweede Kamer toegezegd “dat Frisia niet start met de winning voordat Frisia de nulmetingen volledig op orde heeft en deze aan alle gestelde kwaliteitseisen voldoen.” Dit naar aanleiding van het monitoringsrapport over 2018 van Frisia, waarop de Auditcommissie nog aanmerkingen had. Overigens is ook het Monitoringsrapport 2019 in concept klaar. Het zal na advies van de Auditcommissie onder de stakeholders worden verspreid.
In de Tweede Kamer zijn voorts moties ingediend wat betreft zeespiegelstijging en het ‘Hand-aan-de-kraan’-principe. De status van de moties is aan tafel onbekend.
Het rijk schept duidelijkheid in het groeiende aantal schadeloketten. Per 1 juli 2020 zijn er nog maar twee plekken waar mensen met mijnbouwschade kunnen aankloppen. Eén daarvan is specifiek voor het Groninger aardbevingsgebied. Het andere is voor alle andere gevallen, ongeacht of dat nu zoutwinning, gas, geothermie of de voormalige steenkoolwinning betreft.
De vandaag geïnstalleerde Commissie Mijnbouwschade telt vier leden:
- voorzitter is jurist en oud-rechter mr. Rian Vogels
- Margriet Drijver (ervaring met sociaal-maatschappelijke vraagstukken bij woningcorporaties en zorgen van bewoners)
- Siefko Slob (expert in gebouwconstructies in relatie tot de ondergrond)
- Piet van Staalduinen (expert op het gebied van gebouwconstructies in relatie tot bodembeweging door onder meer mijnbouw)
Verdere informatie is te lezen op www.commissiemijnbouwschade.nl
Vergeleken met eerdere afhandeling van schades zijn er flinke veranderingen doorgevoerd. Het uitgangspunt van de Commissie Mijnbouwschade is dat de schade-afhandeling laagdrempelig, transparant, deskundig en onafhankelijk is. Bovendien neemt de commissie de bewijslast over van degene die de schade meldt.
Als eerste zijn bindende afspraken gemaakt voor schade door gaswinning. Aan afspraken over schade door zoutwinning wordt nog gewerkt. Frisia Zout verklaarde zich al akkoord met de afspraken; de Stichting Bescherming Historisch Harlingen is op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat op dit moment nog betrokken bij commentaar op de regeling (peildatum 8 augustus 2020).
Er zit te weinig voortgang in de aanleg van het Aanvullend Meetnet. Daarom zat vandaag het bestuur van de SBHH met Frisia Zout om tafel. Alle betrokkenen willen de meetapparatuur graag dit jaar geïnstalleerd zien.
Het ontwerp van het meetnet is begin dit jaar al geaccordeerd. Frisia Zout, die het meetnet financiert, benaderde vervolgens in overleg met de SBHH drie bureaus voor een offerte. De aanbiedingen lopen inhoudelijk en financieel echter zó uiteen, dat er interpretatieverschillen aan ten grondslag moeten liggen. Om te zorgen dat het Meetnet de gewenste gegevens oplevert is het nodig die verschillen te achterhalen en tot vergelijkbare offertes te komen.
De snelste oplossing is de bureaus te vragen opnieuw naar Harlingen te komen en hun offerte door te spreken, zo werd vandaag geconcludeerd. Naast Frisia zal ook de SBHH daarbij aan tafel zitten. Ook Peter van der Gaag, die op verzoek van de SBHH door Frisia bij de Pilot Harlingen is betrokken en die het meetnet heeft ontworpen, zal bij de bespreking aanwezig zijn.
De Auditcommissie heeft vandaag een rapport uitgebracht over het herziene monitoringsrapport van Frisia Zout over 2018. De rapportage van Frisia is na de doorgevoerde wijzigingen nu "grotendeels op orde", is het oordeel. Dat diepe bodemdaling is toegevoegd, vindt de Commissie bijzonder belangrijk. Ook de toegevoegde ‘Inleiding zoutwinning onder de Waddenzee’ en ‘Voorbeelduitwerkingen Hand aan de Kraan’ vindt de Commissie goede verduidelijkingen. Maar het kan nog steeds beter, wordt geconcludeerd, met name bij het analysedeel van het programma. De Auditcommissie ziet in de rapporten over de volgende jaren bijvoorbeeld graag beter toegelicht hoe de afzonderlijke meetonderdelen in de nulmeting op elkaar inwerken (samenhang en integratie). 'Vanuit de gedachte dat de bodem nog niet daalt omdat er nog geen winning plaatsvindt, is verklaarbaar dat dit te beperkt is onderzocht. Vanuit een ‘proefdraaigedachte’ is dit echter nog steeds een gemis. Zo is nu nog niet duidelijk of de afzonderlijke meetonderdelen overal voldoende op elkaar aansluiten om straks ‘onverwachte ontwikkelingen’ te verklaren.'
Ook een nadere uitwerking voor morfologie is nodig, omdat het proefdraaien laat zien dat de afgelopen decennia verschillen van meer dan 100 hectare per jaar in de aangroeisnelheid van wadplaten in de westelijke Waddenzee aan de orde zijn. Een nadere uitwerking moet duidelijk maken wanneer veranderingen (in de aangroei van) van de Ballastplaat reden zijn voor vervolgonderzoek om eventuele negatieve effecten van de zoutwinning te kunnen aantonen of uitsluiten én voor een (eventueel) besluit over hand aan de kraan.
Ten derde vindt de Commissie de voorspellende waarde voor ecologie laag. 'Uit de gewijzigde aanpak blijkt dat in het merendeel van de afgelopen jaren vervolgonderzoek in het kader van hand aan de kraan nodig zou zijn geweest, terwijl er geen zoutwinning plaats vond. Reden hiervan is de grote fluctuatie in ecologische meetresultaten die in de afgelopen jaren optrad en ook in de toekomst kan optreden. De Commissie concludeert dat de voorspellende waarde op dit onderdeel laag is. Ook kan de vraag ontstaan of toch geen relatie is met de zoutwinning. De Commissie herhaalt daarom haar advies om een alternatieve aanpak uit te werken voor de ecologie.'
In de rapportage over 2019 zou Frisia deze punten moeten aanscherpen. Mogelijk zijn daarvoor op onderdelen ook andere of extra metingen nodig.
Door de coronamaatregelen kan de grote publieksavond over de zoutwinning helaas niet doorgaan. Deze zou gehouden worden in RSG Simon Vestdijk. Bedoeling was onder meer toe te lichten wat in de Samenwerkingsovereenkomst over de zoutwinning is opgenomen, wat de risico's van de zoutwinning zijn en welke afspraken zijn gemaakt om te voorkomen dat daadwerkelijk schade zal ontstaan.
In het programma was veel ruimte ingebouwd voor vragen en zorgen van inwoners. Onder andere via een informatiemarkt en een vragenpanel zou een veelheid aan vragen beantwoord kunnen worden. Omdat de behoefte daaraan onveranderd is, zal een nieuwe datum worden geprikt zodra er meer duidelijk is over de ontwikkeling en verspreiding van het coronavirus. Hou daarvoor de plaatselijke media en deze website in de gaten.
In een brief van vandaag aan de Tweede Kamer herhaalt minister Wiebes van EZK, mede namens de minister van LNV, dat door de zoutwinning door Frisia geen negatieve effecten op de Waddennatuur mogen optreden. Om dat te garanderen voert Frisia een monitoringsprogramma uit, dat wordt beoordeeld door een onafhankelijke Auditcommissie.
De Auditcommissie plaatste op 19 december 2019 in haar beoordeling enkele kritische kanttekeningen bij het Monitoringsrapport over 2018. Dat bracht de Waddenvereniging er toe te pleiten voor het stilleggen van de voorbereidingen van de zoutwinning, totdat de monitoring door Frisia 100% voldoet aan de wensen van de Auditcommissie.
In zijn brief aan de Tweede Kamer vandaag zegt minister Wiebes dit toe: "Ik zal er dan ook op toezien dat Frisia niet start met de winning voordat Frisia de nulmetingen volledig op orde heeft en deze aan alle gestelde kwaliteitseisen voldoen."
Dinsdag 14 april wordt in RSG Simon Vestdijk vanaf 19.30 uur een grote informatieavond gehouden over de zoutwinning en de risico's daarvan. Alle inwoners worden daarvoor bij deze uitgenodigd. Volg voor verdere informatie de Harlinger Courant en de berichten op deze website.
De deuren van de school gaan om 19.00 uur open. Vanaf 19.30 uur is het programma als volgt:
1. Vier sprekers over achtereenvolgens:
- de inhoud van de Samenwerkingsovereenkomst (Jarig Langhout, voorzitter SBHH)
- de redenen voor Frisia om een meetnet aan te leggen (Durk van Tuinen, directeur Frisia)
- het bewijzen van schade door zoutwinning (Ruud Cino, Ministerie van EZK)
- het rijkstoezicht op de zoutwinning (Theodor Kockelkoren, IG Staatstoezicht op de Mijnen)
2. Een informatiemarkt waar u de sprekers aan hun jasje kunt trekken, met stands van het Ministerie van EZK, Provincie Fryslân, het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw en de Stichting Bescherming Historisch Harlingen. Verder zijn er presentaties van Frisia Zout over het boorproces en de zoutwinning, en van hydroloog en geoloog Peter van der Gaag, die als onafhankelijk adviseur het meetnet heeft ontworpen. Ook is het mogelijk in te schrijven op de digitale nieuwsbrief die de Pilot Harlingen viermaal per jaar gaat uitgeven en vragen aan te dragen voor het afsluitende vragenpanel.
3. In een vragenpanel beantwoorden de sprekers publieksvragen die tijdens de informatiemarkt zijn opgekomen.
De Waddenvereniging pleit voor uitstel van de zoutwinning, zolang de monitoring daarvan niet op orde is. De organisatie zegt dit in reactie op een recent rapport van de Commissie voor de milieueffectrapportage. Deze onafhankelijke commissie ziet toe op het monitoren van de effecten van de zoutwinning op de Waddennatuur.
De Commissie constateerde naar aanleiding van het rapport van Frisia over 2018 dat "een deel van de metingen nog onvoldoende is". De Waddenvereniging stelt als voorwaarde dat "de noodzakelijke betrouwbaarheid 100 procent in orde is". Tot die tijd moeten de voorbereidingen voor de zoutwinning worden stilgelegd, vindt de milieuorganisatie. De vereniging heeft partijen in de Tweede Kamer gevraagd deze eis eis volgende week in te brengen in een mijnbouwdebat met minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat.
Frisia erkent dat verbeteringen nodig zijn. Het bedrijf neemt de aanbevelingen van de Commissie over en is al bezig met een verbeterde editie van het monitoringsrapport. "Het zit vooral in het interpreteren en presenteren van gegevens" , zegt technisch directur Bart Hendriks. Hij onderstreept dat 2018 een nulmeting betrof, "Een oefenronde."
Overigens is Frisia nog bezig met het boren naar de zoutlaag. Pas in 2021 zal de zoutwinning echt op gang komen, zodat nu nog geen sprake is van bodemdaling. Voor daadwerkelijk zout gewonnen mag worden, is groen licht van de Commissie voor de milieueffectrapportage nodig. "Dat is een vergunningsvoorwaarde. Maar wij willen zelf natuurlijk ook geen schade toebrengen aan het mooie Waddengebied", verzekert de technisch directeur.
Vandaag vergaderden de 4 ondertekenaars van de Samenwerkingsovereenkomst voor het eerst 'officieel'. Omdat er maatschappelijk, politiek en ook 'boortechnisch' allerlei ontwikkelingen zijn die elkaar snel opvolgen is besloten vooreerst viermaal per jaar met de stakeholders te vergaderen, waartoe inmiddels ook Wetterskip Fryslân behoort. Zo nodig worden tussentijds dringende zaken onderling kortgesloten; de lijnen zijn daarvoor kort genoeg. Dit betreft onder meer het opstarten van de communicatie met de inwoners van de stad.
Het lijkt alle partijen in dit verband goed om vóór mei 2020 een publieke informatiebijeenkomst te organiseren. Naast alle Harlingers zullen specifiek ook de raadsleden hiervoor actief worden uitgenodigd. De SBHH neemt hiervoor als afgesproken het voortouw.
In Den Haag is bij diverse ministeries die met transitietrajecten bezig zijn toegelicht hoe de Pilot Harlingen is opgezet. Vorig jaar gebeurde dat ook al in Ternaard, waar veel te doen is over de gaswinning.
Sinds de Omgevingsvergunning 21 oktober van kracht werd boorde Frisia niet zonder moeite, maar wel met succes door de zachtere, meer risicovolle bodemlagen. De grote diameter van de mantelbuis en de twee bochten die de buis maakt, maken de boring voor alle betrokkenen tot een spannend en bijzonder project. In dit kader wordt binnenkort voor de stakeholders een excursie naar de boortoren georganiseerd.
De Auditcommissie Zoutwinning Waddenzee van de Commissie MER beoordeelde de nulmeting 2018 van Frisia voor de monitoring van zoutwinning onder de Waddenzee als informatief. De ‘publieksrapportage’ kan wel toegankelijker.
Ook Wetterskip Fryslân gaat bijdragen aan de Pilot Harlingen. ‘De zoutwinning onder de Waddenzee heeft zeker onze interesse’, laat het waterschap in een brief weten, ‘vooral als de bodemdaling de vaste wal en dus ook de primaire waterkering dreigt te bereiken.’ Op basis daarvan heeft het Wetterskip besloten te gaan participeren in de Pilot Harlingen, met als doel een bijdrage te leveren aan de uitwerking van de afspraken in de Samenwerkingsovereenkomst. Het waterschap ziet daarbij vooral een rol voor zich weggelegd op het gebied van waterpeilbeheersing en dijkbeheer.